(1) Für den Zugang zu Speicheranlagen und gleichwertigen Flexibilisierungsinstrumenten, der im Hinblick auf die Versorgung der Kunden für einen effizienten Zugang zum Netz technisch und/oder wirtschaftlich erforderlich ist, sowie für den Zugang zu anderen Hilfsdiensten können die Mitgliedstaaten eines der in den Absätzen 2 und 3 genannten Verfahren oder beide Verfahren wählen.
1. Voor de organisatie van de toegang tot opslaginstallaties en gelijkwaardige flexibiliteitsinstrumenten, wanneer dat technisch en/of economisch noodzakelijk is voor efficiënte toegang tot het systeem voor de levering aan afnemers, alsmede voor de organisatie van de toegang tot andere ondersteunende diensten, kunnen de lidstaten een van de twee of beide in de leden 2 en 3 bedoelde procedures kiezen.