2gi) „Kredit“ jedes Darlehen, Kontoguthaben, jede Hinterlegung oder Gebrauchsüberlassung gegen Miete oder Mietkaufvereinbarung, jeder Verkauf von Waren gemäß Kreditverkaufsvereinbarung oder Vorbehaltsverkauf und jede sonstige Form von Finanzdienst.
g i) "Krediet": lening, lopende rekening, pand of huur van goederen in het kader van een huur- of huurkoopovereenkomst, verkoop van goederen in het kader van een overeenkomst inzake verkoop tegen krediet of voorwaardelijke verkoop, en alle andere vormen van betalingsregelingen.