In diesem Kapitel bedeutet "Nutzer" jede natürliche Person, die ein unter der Kontrolle eines Organs oder einer Einrichtung der Gemeinschaft betriebenes Telekommunikationsnetz oder Endgerät nutzt.
Voor de doeleinden van dit hoofdstuk wordt onder "gebruiker" verstaan, elke natuurlijke persoon die gebruik maakt van een telecommunicatienetwerk dat of eindapparatuur die onder de verantwoordelijkheid van een communautaire instelling of van een communautair orgaan wordt geëxploiteerd.