2. Diese Richtlinie hindert die Mitgliedstaaten nicht daran, in Bezug auf die Artikel 21, 22, 23, 24, 25 und 29, insbesondere im Zusammenhang mit Mobilitätspartnerschaften günstigere innerstaatliche Bestimmungen für die Personen, auf die sie Anwendung findet, beizubehalten oder einzuführen.
2. Deze richtlijn laat onverlet dat de lidstaten bepalingen kunnen invoeren of handhaven die gunstiger zijn voor de personen die onder de werkingssfeer van de richtlijn vallen wat betreft de artikelen 21, 22, 23, 24, 25 en 29, met name in het kader van mobiliteitspartnerschappen .