„Die Ausnahme gemäß Absatz 1 gilt au
ch bei eingeführten oder (wieder-)ausgeführte
n persönlichen und Haushaltsgegenständen, auf die die Bestimmungen des Kapitels XIV Anwendung finden, sowie bei im persönlichen Eigentum befindlichen, rechtmäßig erworbenen, zu persönlichen, nichtkommerziellen Zwecken gehaltenen lebenden Tieren, wenn sich die zuständige Vollzugsbehörde des Mitgliedstaats, ggf. nach Rücksprache mit der jeweiligen kontrollierenden Behörde, vergewissert hat, dass nachweislich ein echter Fehler unterlaufen ist und kein Betrugsversuch vorlag und d
...[+++]ie für die Einfuhr oder (Wieder-)Ausfuhr der Exemplare zu beachtenden Bestimmungen der Verordnung (EG) Nr. 338/97, des Übereinkommens sowie die einschlägigen Rechtsvorschriften des Drittlandes eingehalten werden.“„De ontheffing van lid 1 is ook
van toepassing voor zover ten aanzien van als persoonlijke bezittingen en huisraad ingevoerde of (weder)uitgevoerde specimens, waarop de bepalingen van hoofdstuk XIV van toepassing zijn, en ten aanzien van rechtmatig verworven levende dieren die persoonlijke bezittingen zijn en om persoonlijke, niet-commerciële redenen worden gehouden de bevoegde administratieve instantie van de lidstaat in overleg met de relevante handhavingsinstantie ervan overtuigd is dat er aanwijzingen zijn dat een echte vergissing is begaan en dat er geen poging is gedaan
...[+++] om bedrog te plegen en de invoer of (weder)uitvoer van de berokken specimens in overeenstemming is met Verordening (EG) nr. 338/97, de Overeenkomst en de relevante wetgeving van een derde land”.