Bis 2020 sollten in der EU durchschnittlich mindestens 6 % der 18- bis 34-Jährigen mit abgeschlossener beruflicher Erstausbildung eine mit der Berufsausbildung zusammenhängende Ausbildungsphase (einschließlich Praktika) von mindestens zwei Wochen oder, sofern im „Europass“ verzeichnet, auch von kürzerer Dauer im Ausland absolviert haben.
In 2020 moet in de EU gemiddeld ten minste 6 % van degenen die tussen 18 en 34 jaar oud zijn en beschikken over een diploma van het initieel beroepsonderwijs of van een initiële beroepsopleiding een initiële BOO-gerelateerde studie- of opleidingsperiode (ook in de vorm van een stage) in het buitenland hebben doorgebracht van ten minste twee weken , of korter indien gedocumenteerd door Europass.