Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «obwohl gesetz ausdrücklich vorgeschrieben » (Allemand → Néerlandais) :

Obwohl im Gesetz ausdrücklich vorgeschrieben wird, dass die Ratskammer oder die Anklagekammer nur ' durch einen mit Gründen versehenen Beschluss ' den Beschuldigten an das Korrektionalgericht verweisen kann, bleibt die Begründung oft auf Stilformen beschränkt.

Alhoewel de wet uitdrukkelijk oplegt dat de raadkamer of de kamer van inbeschuldigingstelling slechts ' bij een met redenen omklede beschikking ' de betichte naar de correctionele rechtbank kan verwijzen, blijft de motivering vaak tot stijlformules beperkt.


Obwohl der Ad-hoc-Bevollmächtigte, der von Amts wegen oder auf Antrag durch das zuständige Gericht bestimmt wird, im Allgemeinen ein Rechtsanwalt ist, wird dies im Gesetz nicht vorgeschrieben und ist dies daher nicht notwendigerweise immer der Fall.

Hoewel de lasthebber ad hoc die, ambtshalve of op verzoekschrift, door de bevoegde rechtbank wordt aangewezen over het algemeen een advocaat is, vereist de wet dat niet en is dat dus niet noodzakelijkerwijs steeds het geval.


Obwohl dies im Text der fraglichen Bestimmung im Gegensatz zu Artikel 147 Absätze 1 und 2 des Gesetzes vom 1. Dezember 2013 nicht ausdrücklich vorgesehen ist, ist diese neue Ernennung so zu verstehen, dass sie « ohne Anwendung von Artikel 287sexies des Gerichtsgesetzbuches und ohne weitere Eidesleistung » erfolgt.

Hoewel de tekst van de in het geding zijnde bepaling dat niet uitdrukkelijk voorschrijft, in tegenstelling tot artikel 147, eerste en tweede lid, van de wet van 1 december 2013, dient die nieuwe benoeming zo te worden begrepen dat zij plaatsheeft « zonder toepassing van artikel 287sexies van het Gerechtelijk Wetboek en zonder nieuwe eedaflegging ».


Obwohl durch Artikel 2 des Sondergesetzes vom 19. Juli 2012 « zur Abänderung von Artikel 16bis des Sondergesetzes vom 8. August 1980 zur Reform der Institutionen und von Artikel 5bis des Sondergesetzes vom 12. Januar 1989 über die Brüsseler Institutionen » Artikel 16bis abgeändert wurde, indem eine « Aktualisierung » der in dieser Bestimmung enthaltenen Stillhalteklausel bis zum 14. Oktober 2012 vorgenommen wurde (Parl. Dok., Senat, 2011-2012, Nr. 5-1566/1, S. 1, und Nr. 5-1563/4, S. ...[+++]

Hoewel artikel 2 van de bijzondere wet van 19 juli 2012 « houdende wijziging van artikel 16bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen en van artikel 5bis van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen » artikel 16bis heeft gewijzigd, door een « bijwerking » tot 14 oktober 2012 uit te voeren van de « standstill »-clausule vervat in die bepaling (Parl. St., Senaat, 2011-2012, nr. 5-1566/1, p. 1, en nr. 5-1563/4, p. 10), en uitdrukkelijk heeft gepreciseerd dat die « standstill »-clausule van toepassing is op de gemeenschappen en de lokale besturen (Parl. St., Senaat, 2011-2012, nr. 5-1566/1, p. 3 en nr. 5-15 ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 30. Mai 2016 in Sachen der Architektenkammer gegen die « DBFM Scholen van Morgen » AG, dessen Ausfertigung am 8. Juni 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 2 des Gesetzes vom 26. Juni 1963 zur Einsetzung einer Architektenkammer gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass diese Bestimmung der Architektenkammer nich ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 30 mei 2016 in zake de Orde van architecten tegen de nv « DBFM Scholen van Morgen », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 juni 2016, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2 van de wet van 26 juni 1963 tot instelling van de Orde van architecten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in die zin geïnterpreteerd dat deze bepaling niet aan de Orde van architecten de bevoegdheid geeft in ...[+++]


Obwohl der Gesetzgeber die Einwände der Verfassungswidrigkeit beheben wollte, die bereits während der Vorarbeiten zum Gesetz vom 14. April 2011 erhoben worden waren, ist die in Rede stehende Bestimmung unvereinbar mit den in den Vorabentscheidungsfragen erwähnten Verfassungs- und völkerrechtlichen Bestimmungen, die das Recht auf ein faires Verfahren und die Unabhängigkeit des Richters gewährleisten, da der Gesetzgeber die Beurteilungsbefugnis des zuständigen Richters ausdrücklich auf « die in § 1 Ab ...[+++]

Hoewel de wetgever heeft willen tegemoetkomen aan de bezwaren van ongrondwettigheid die reeds tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 14 april 2011 waren geuit, is de in het geding zijnde bepaling niet bestaanbaar met de in de prejudiciële vragen vermelde grondwets- en internationaalrechtelijke bepalingen die het recht op een eerlijk proces en de onafhankelijkheid van de rechter waarborgen, nu de wetgever uitdrukkelijk de beoordelingsbevoegdheid van de bevoegde rechter heeft beperkt tot « de formele toepassingsvoorwaarden van § 1, eerste lid » en de vraag « of de dader de voorgestelde minnelijke schikking heeft aanvaard en ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid Nr. RvVb/1516/0876 vom 29. März 2016 in Sachen Herman Christiaens, Mia Bosquet, Tony Imbrechts und Ralph Van Den Boogaard gegen den regionalen Städtebaubeamten des Departements Raumordnung, Wohnungspolitik und Unbewegliches Erbe (RWO), Abteilung Limburg - intervenierende Partei: das Bürgermeister- und Schöffenkollegium der Gemeinde Neerpelt -, dessen Ausfertigung am 21. April 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Rat für Genehmigungsstreitsachen folgende Vorabentscheidungsfrage ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest nr. RvVb/1516/0876 van 29 maart 2016 in zake Herman Christiaens, Mia Bosquet, Tony Imbrechts en Ralph Van Den Boogaard tegen de gewestelijke stedenbouwkundige ambtenaar van het departement RWO, afdeling Limburg, met als tussenkomende partij het college van burgemeester en schepenen van de gemeente Neerpelt, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 april 2016, heeft de Raad voor Vergunningsbetwistingen de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt de VCRO ...[+++]


Aus dem in B.10 und B.11.1 Erwähnten ergibt sich, dass Artikel 7 des Gesetzes vom 23. Dezember 1986 und Artikel 378 des EStGB 1992, ausgelegt in dem Sinne, dass dadurch in Bezug auf Gemeindesteuern nicht die Zustellung der Beschwerde beim Appellationshof an den Ständigen Ausschuss vorgeschrieben wird, zur Folge haben - obwohl der Ständige Ausschuss über den bei ihm durch den Beschwerdeführer eingereichten Widerspruch geurteilt hat -, dass es dieser Behörde nicht ermöglich ...[+++]

Uit B.10 en B.11.1 vloeit voort dat artikel 7 van de wet van 23 december 1986 en artikel 378 van het WIB 1992, in die zin geïnterpreteerd dat zij inzake gemeentelijke fiscaliteit niet vereisen dat het beroep voor het hof van beroep aan de bestendige deputatie moet worden betekend, tot gevolg hebben - ook al heeft de bestendige deputatie uitspraak gedaan over het bezwaar dat door de auteur van het beroep bij haar is ingediend - dat zij die overheid niet in staat stellen haar dossier over te zenden aan de griffie van het hof van beroep, zoals voorgeschreven bij artikel 380 van het WIB 1992.


Andere vor dem Verweisungsrichter klagende Parteien sind der Auffassung, die durch Artikel 131 des Programmgesetzes vom 30. Dezember 2001 erfolgte Bestätigung sei, obwohl sie ausdrücklich vorgeschrieben gewesen sei, angesichts der Umstände ausschliesslich mit der Absicht und mit dem Ziel vorgenommen worden, gewissen Bürgern eine wesentliche Rechtsprechungsgarantie zu entziehen, nämlich eine Klage beim Staatsrat gegen Teil XII des königlichen Erlasses vom 30. März 2001.

Andere verzoekende partijen voor de verwijzende rechter zijn van mening dat de bekrachtiging bij artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 weliswaar expliciet was voorgeschreven, maar dat zij, gelet op de omstandigheden, uitsluitend zou zijn toegepast met de bedoeling bepaalde burgers een essentiële jurisdictionele waarborg te ontzeggen, te dezen, een beroep bij de Raad van State tegen deel XII van het koninklijk besluit van 30 maart 2001.


Andere vor dem Verweisungsrichter klagende Parteien sind der Auffassung, die durch Artikel 131 des Programmgesetzes vom 30. Dezember 2001 erfolgte Bestätigung sei, obwohl sie ausdrücklich vorgeschrieben gewesen sei, angesichts der Umstände ausschliesslich mit der Absicht und mit dem Ziel vorgenommen worden, gewissen Bürgern eine wesentliche Rechtsprechungsgarantie zu entziehen, nämlich eine Klage beim Staatsrat gegen Teil XII des königlichen Erlasses vom 30. März 2001.

Andere verzoekende partijen voor de verwijzende rechter zijn van mening dat de bekrachtiging bij artikel 131 van de programmawet van 30 december 2001 weliswaar expliciet was voorgeschreven, maar dat zij, gelet op de omstandigheden, uitsluitend zou zijn toegepast met de bedoeling bepaalde burgers een essentiële jurisdictionele waarborg te ontzeggen, te dezen een beroep bij de Raad van State tegen deel XII van het koninklijk besluit van 30 maart 2001.


w