Er bestätigt, dass es dem Gesetzgeber obliegt, die grundlegenden Vorschriften des Verfahrens vor der Verwaltungsabteilung des Staatsrates festzulegen, und dass es dem König obliegt, eine Verfahrensregelung auszuarbeiten (Parl. Dok., Kammer, 1992-1993, Nr. 831/1, SS. 2-4; ebenda, Nr. 831/3, S. 3).
Hij bevestigt dat het de wetgever toekomt de fundamentele voorschriften van de rechtspleging voor de afdeling administratie van de Raad van State te bepalen, en dat het de Koning toekomt een procedureregeling uit te werken (Parl. St., Kamer, 1992-1993, nr. 831/1, pp. 2-4; ibid., nr. 831/3, p. 3).