Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "obgleich " (Duits → Nederlands) :

Obgleich verschiedene Bestimmungen des Gesetzes vom 1. April 1969, vor allem Artikel 1 § 2 Nr. 6, Artikel 11 § 3 und Artikel 15, zwischen dem Recht auf das garantierte Einkommen und dem Recht auf ein Ruhegehalt einen Zusammenhang festlegen, entsprechen die beiden Institutionen verschiedenen Situationen und Zielsetzungen.

Hoewel verscheidene bepalingen van de wet van 1 april 1969 een verband vaststellen tussen het recht op het gewaarborgd inkomen en het recht op een rustpensioen, met name artikel 1, § 2, 6°, artikel 11, § 3, en artikel 15, beantwoorden de beide instellingen aan verschillende situaties en doelstellingen.


Das Angebot ist auch deshalb nicht angemessen, weil der ausführende Hersteller keinen Anpassungsmechanismus vorgeschlagen hat, obgleich die Preise für warmgewalzte Flacherzeugnisse im Zeitverlauf erheblichen Schwankungen unterliegen.

De aangeboden verbintenis is ook ontoereikend omdat de producent-exporteur geen aanpassingsmechanisme heeft voorgesteld, terwijl de prijzen van WPP in de loop der tijd gewoonlijk aanzienlijk variëren.


Obgleich diese Anmeldung laut Absatz 1 von Artikel 72 des Konkursgesetzes im Prinzip innerhalb der im Konkurseröffnungsurteil festgelegten Frist erfolgen muss, wird den Gläubigern in Absatz 2 dieser Bestimmung die Klage auf Aufnahme ermöglicht bis zur Einberufung zu der in Artikel 79 desselben Gesetzes vorgesehenen abschließenden Versammlung, bei der die Konkursverwalter, die Gläubiger und der Konkursschuldner die Konkursrechnung besprechen und abschließen und bei der die Gläubiger sich über die Entschuldbarkeit der in Konkurs geratenen natürlichen Person äußern.

Ofschoon die aangifte overeenkomstig het eerste lid van artikel 72 van de faillissementswet in principe dient te gebeuren binnen de termijn bepaald in het vonnis van faillietverklaring, staat het tweede lid van die bepaling de schuldeisers toe opname te vorderen tot aan de oproeping voor de sluitingsvergadering bedoeld in artikel 79 van dezelfde wet, waarop de curatoren, de schuldeisers en de gefailleerde de rekening van het faillissement bespreken en afsluiten en waarop de schuldeisers hun advies geven over de verschoonbaarheid van de gefailleerde natuurlijke persoon.


4. Verstößt Artikel 69 Absatz 3 des Gesetzes über die Arbeitsunfälle - dahin ausgelegt, dass der Anspruch auf eine Zulage nicht verjährt, insofern der Anspruch auf eine Arbeitsunfallentschädigung nicht verjährt ist, dass aber die Verjährung nur für die Zahlungszeiträume, die mehr als drei Jahre zurückliegen, gilt - gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er einen Behandlungsunterschied beinhaltet, insofern die Klage auf Zahlung der Zulage für die bleibende Verschlimmerung nach der Revisionsfrist (im Sinne von Artikel 27bis letzter Absatz) - im Gegensatz zu den anderen in den Artikeln 27ter und 27quater erwähnten Zulagen - diese günstige Verjährungsmodalität nicht hat, insofern es - obgleich ...[+++]

4. Schendt art. 69, derde lid Arbeidsongevallenwet - in de interpretatie dat het recht op een bijslag niet verjaart voor zover het recht op een arbeidsongevallenvergoeding niet verjaard is, maar dat de verjaring alleen geldt voor de betalingsperiodes die meer dan drie jaar oud zijn - artikel 10 en 11 van de Grondwet waar het een verschillende behandeling inhoudt doordat de vordering voor de bijslag voor de blijvende verergering na de herzieningstermijn (bedoeld in artikel 27bis laatste lid) - anders dan de andere bijslagen vermeld in art. 27ter en 27quater - deze gunstige verjaringsmodaliteit niet heeft doordat er - hoewel toepasselijk op de in art. 27bis, laatste lid b ...[+++]


Obgleich die für die Behörden geltende Verjährung ihre Rechtfertigung in einer vernünftigen Verwaltung der öffentlichen Finanzen fand, erweist sich aus den Vorarbeiten zum Gesetz vom 5. März 1952, mit dem die beanstandete Bestimmung in das Gesetz vom 15. Mai 1846 über die Staatsbuchführung eingeführt wurde, dass die für ihre Beamten geltende Verjährung ebenfalls durch die Sorge gerechtfertigt wurde, die nachteiligen Folgen der Rückforderung von zwar zu Unrecht gezahlten, aber normalerweise guten Glaubens von den Interessierten erhaltenen Summen zu begrenzen (Parl. Dok., Kammer, 1950-1951, Nr. 435, SS. 1 und 2).

Hoewel de verjaring geldig voor de overheden door redenen van gezond beheer van de openbare financiën werd verantwoord, blijkt uit de parlementaire voorbereiding van de wet van 5 maart 1952, waarbij de in het geding zijnde bepaling in de wet van 15 mei 1846 op de Rijkscomptabiliteit werd ingevoerd, dat de verjaring geldig voor hun ambtenaren eveneens werd verantwoord door de bekommernis om de schadelijke gevolgen van de terugvordering van de ten onrechte betaalde maar gewoonlijk te goeder trouw door de belanghebbenden ontvangen sommen te beperken (Parl. St., Kamer, 1950-1951, nr. 435, pp. 1 en 2).


Obgleich das Rechnungswesen der Gemeinden nicht der Kontrolle des Rechnungshofes unterliegt, hat dieser Unterschied keinen Einfluss auf die Situation ihrer Beamten.

Alhoewel de comptabiliteit van de gemeenten niet is onderworpen aan de controle van het Rekenhof, heeft dat verschil geen invloed op de situatie van hun ambtenaren.


Mit ihrem zweiten Rechtsmittelgrund macht Freixenet geltend, das Gericht habe gegen Art. 7 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 40/94 verstoßen, soweit es in den angefochtenen Urteilen entschieden habe, dass die Beschwerdekammer des HABM für ihre Zurückweisung der Anmeldungen keine konkreten Gesichtspunkte habe aufzeigen müssen und sich zur Verneinung der Unterscheidungskraft der Anmeldemarken auf die Behauptung einer angeblich allgemein bekannten Tatsache habe beschränken dürfen, obgleich Freixenet konkrete und fundierte Angaben, die den eigentümlichen Charakter der Marken zum maßgeblichen Zeitpunkt belegt hätten, beigebracht habe, aus d ...[+++]

Met haar tweede middel betoogt Freixenet dat het Gerecht artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 heeft geschonden door in de bestreden arresten te oordelen dat de kamer van beroep van het BHIM niet gehouden was om concrete gegevens aan te reiken ter onderbouwing van haar weigeringen tot inschrijving en kon volstaan met de bevestiging van een vermeend algemeen bekend feit om te oordelen dat de aangevraagde merken onderscheidend vermogen misten, terwijl zij concrete aanwijzingen had verstrekt, die zij had onderbouwd met bewijzen van de originaliteit van deze merken op de relevante datum, zodanig dat zij significant afweken van d ...[+++]


Das Gericht habe damit fehlerhaft angenommen, dass ein Zeichen, das kein Wortzeichen sei, keine Unterscheidungskraft besitze, wenn es nicht in Verbindung mit einem Wortelement verwendet werde, obgleich weder die Verordnung Nr. 40/94 noch die Rechtsprechung die Eintragung einer Marke, die aus der Gestaltungsform einer Ware oder der ihrer Aufmachung bestehe, von dem Vorhandensein von Aufschriften oder Wortelementen abhängig machten.

Het Gerecht is er dus ten onrechte van uitgegaan dat een ander teken dan een woord geen enkel onderscheidend vermogen heeft wanneer het niet in combinatie met een woordelement wordt gebruikt, terwijl noch in deze verordening noch in de rechtspraak de inschrijving van een merk bestaande uit de aanbiedingsvorm van een product of de uiterlijke verschijning van de verpakking ervan, ondergeschikt wordt gemaakt aan het voorhanden zijn van opschriften of woordelementen.


Da nach der Rechtsprechung bereits eine Eignung zur Kennzeichnung der Produktherkunft genüge, um das Eintragungshindernis des Art. 7 Abs. 1 Buchst. b der Verordnung Nr. 40/94 entfallen zu lassen, und in Anbetracht des Umstands, dass die Marken eine minimale Unterscheidungskraft aufwiesen, was vom Gericht mit ihrer Einstufung als eigentümlich eingeräumt worden sei, stelle es einen Rechtsfehler dar, dass das Gericht ihnen unter Verstoß gegen diese Bestimmung eine Unterscheidungskraft abgesprochen habe, obgleich die Voraussetzungen für den Schutz erfüllt gewesen seien.

Zij geeft te kennen dat aangezien volgens de rechtspraak enkel een vermogen om de herkomst van het product te onderscheiden volstaat om toepassing van de weigeringsgrond bedoeld in artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 achterwege te laten en dat, gelet op het feit dat deze merken een minimum aan onderscheidend vermogen bezaten, hetgeen het Gerecht heeft erkend door deze als origineel te kwalificeren, dit laatste blijk heeft gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door in strijd met deze bepaling te weigeren te erkennen dat genoemde merken onderscheidend vermogen bezaten, ondanks dat aan het criterium voor bescherming was vo ...[+++]


1. hebt hervor, dass, obgleich es in den vergangenen Jahren den Anschein haben konnte, als hätten sich die angespannten politischen Beziehungen zwischen der Europäischen Union und den USA bisweilen auch auf den wirtschaftlichen Bereich ausgewirkt, und obgleich es ferner den Anschein haben konnte, als habe die von der Globalisierung und Schwellenmärkten wie China, Indien und Brasilien ausgehende Anziehungskraft zu einem Rückgang des Umfangs oder der Bedeutung der Wirtschaftsbeziehungen zwischen der Europäischen Union und den USA geführt, neuere Arbeiten [15] klar das Gegenteil belegen:

1. benadrukt dat het de afgelopen jaren weliswaar soms leek alsof de druk op de politieke betrekkingen tussen de EU en de VS zijn weerslag had op het economische toneel en alsof de aantrekkingskracht van de globalisering en van opkomende markten als China, India en Brazilië afbreuk hebben gedaan aan de omvang of het belang van de economische banden tussen de EU en de VS, maar dat in feite het tegenovergestelde het geval is (zoals duidelijk uit recent werk [15] blijkt):




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'obgleich' ->

Date index: 2021-04-10
w