Der pH-Wert des in Oberflächengewässer eingeleiteten Abwassers muss zwischen 6 und 9 betragen (wenn der pH-Wert des Vorfluters nicht außerhalb dieses Bereichs liegt), und die Temperatur muss weniger als 40 °C betragen (wenn diese Temperatur nicht bereits im Vorfluter überschritten wird).
De pH van het in oppervlaktewateren geloosde afvalwater moet tussen 6 en 9 liggen (tenzij de pH van het water waarop wordt geloosd, buiten dit interval ligt) en de temperatuur moet lager zijn dan 40 °C (tenzij de temperatuur van het water waarop wordt geloosd, hoger is dan deze waarde).