2.2.1. Die Oberarme der fahrerseitigen Prüfpuppe müssen am Rumpf anliegen, wobei der Abstand der Mittellinien zur Vertikalen so gering wie möglich sein muß.
2.2.1. De bovenarmen van de bestuurdersproefpop moeten zich naast de torso bevinden met de hartlijnen zo dicht mogelijk bij een verticaal vlak.