63. bekräftigt seine Forderung nach unverzüglicher und bedingungsloser Wiederaufnahme der Verhandlungen zwischen Israelis und Palästinensern auf der Grundlage sämtlicher Schlussfolgerungen der Präsidentschaft der Europa-Mittelmeer-Tagung der Außenminister, die am 5. und 6. November 2001 in Brüssel stattgefunden hat, und der Prinzipien und Vorschläge seiner oben genannten Empfehlung an den Rat vom 13. Dezember 2001 und seiner oben genannten Entschließung vom 7. Februar 2002;
63. dringt opnieuw aan op de onmiddellijke en onvoorwaardelijke hervatting van de onderhandelingen tussen Israëli's en Palestijnen op basis van de conclusies van het voorzitterschap van de bijeenkomst van Europees-mediterrane ministers van Buitenlandse Zaken op 5 en 6 november 2001 in Brussel en de beginselen en voorstellen die zijn opgenomen in zijn eerder genoemde aanbeveling aan de Raad van 13 december 2001 en zijn eerder genoemde resolutie van 7 februari 2002;