In den Fällen, in denen ein Mitgliedstaat zulässt, dass seine in
Artikel 2 Absatz 1 Nummer 1 oder 2 genannten Institute im Inland als Dritte in Anspruch genommen werden, gestattet er seinen in Artikel 2 Absatz 1
genannten Instituten und Personen auf jeden Fall, das Ergebnis der in Artikel 7 Absatz 1 Buchstaben a bis c festgelegten Verfahren zur Feststellung der Kundenidentität nach Artikel 12 anzuerkennen und zu akzeptieren, die gemäß dieser Richtlinie von einem in
Artikel 2 Absatz 1 Nummer 1 oder 2 genannten ...[+++] Institut in einem anderen Mitgliedstaat (mit Ausnahme von Wechselstuben und Unternehmen, die das Finanztransfergeschäft betreiben) durchgeführt wurden und die Anforderungen nach den Artikeln 13 und 14 erfüllen, auch wenn es sich bei den Dokumenten oder Daten, die in Bezug auf diese Anforderungen zugrunde gelegt wurden, um andere Dokumente oder Daten handelt als jene, die in dem Mitgliedstaat vorgeschrieben sind, an den der Kunde sich wendet.
Wanneer een lidstaat toestaat dat in eigen land op zijn
in artikel 2, lid 1, punt 1 of punt 2, bedoelde instellingen een beroep wordt gedaan als derden, staat die lidstaat zijn in artikel 2, lid 1, bedoelde instellingen en personen in elk geval toe de uitkomst van de in artikel 7, lid 1, onder a) tot en met c), vastgelegde "ken-uw-cliënt"-procedures die door een
in artikel 2, lid 1, punt 1 of punt 2, bedoelde instelling (met uitzondering van wisselkantoren en geldtransactie- of geldovermakingskantoren) overeenkomstig deze richtlijn in
...[+++] een andere lidstaat zijn uitgevoerd en die aan de vereisten van de artikelen 13 en 14 voldoen, te erkennen en te aanvaarden, overeenkomstig het bepaalde in artikel 12, ook al zijn de documenten of gegevens voor het vervullen van deze vereisten verschillend van die welke vereist zijn in de lidstaat waarnaar de cliënt wordt doorverwezen.