Vertaling van "nr 926 2011 beihilfefähigen ausgaben " (Duits → Nederlands) :

Die Finanzhilfe der Union sollte 100 % der gemäß der Durchführungsverordnung (EU) Nr. 926/2011 beihilfefähigen Ausgaben betragen.
De financiële steun van de Unie moet 100 % bedragen van de subsidiabele kosten zoals gedefinieerd in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 926/2011.

(3) Die Finanzhilfe der Union beläuft sich für den Zeitraum vom 1. Januar bis zum 31. Dezember 2012 auf 100 % der gemäß der Verordnung (EG) Nr. 926/2011 beihilfefähigen Ausgaben, die diesem Institut im Rahmen des Arbeitsprogramms entstehen, mit einem Höchstbetrag von 470 000 EUR, von denen höchstens 25 000 EUR für einen fachlichen Workshop zur Rückstandsuntersuchung aufgewendet werden.
3. De financiële steun van de Unie bedraagt 100 % van de door dat instituut voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten zoals gedefinieerd in Uitvoeringsverordening (EU) nr. 926/2011, en bedraagt ten hoogste 470 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2012, waarvan maximaal 25 000 EUR is bestemd voor de organisatie van een technische workshop over het opsporen van bepaalde residuen.

Diese Ausgaben und die Modalitäten zu deren Freigabe werden in dem Erlass zur Gewährung des Zuschusses beschrieben, wobei nur die folgenden, in Artikel 31 § 6 der Verordnung (EU) Nr. 702/2014 vorgesehenen beihilfefähigen Kosten zu berücksichtigen sind:
Deze uitgaven en de modaliteiten voor de afgifte worden omschreven in het besluit tot toekenning van de subsidie, en betreft uitsluitend de volgende in aanmerking komende kosten bedoeld in artikel 31, § 6, van Verordening (EU) nr. 702/2014:

1. « Verstoßen das Gesetz vom 4. März 2013 ' zur Festlegung des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplans für das Haushaltsjahr 2013 ', zweite Tabelle im Anhang, Abschnitt 12 Abteilung 56 Punkt 1 ' juristischer Beistand ' und das Gesetz vom 24. Juni 2013 ' zur Festlegung der ersten Anpassung des allgemeinen Ausgabenhaushaltsplans für das Haushaltsjahr 2013 ', zweite Tabelle im Anhang, Abschnitt 12 Abteilung 56 Punkt 1 ' juristischer Beistand ', dadurch, dass sie den Haushalt des juristischen Beistands bezüglich der Leistungen der Rechtsanwälte, die im weiterführenden juristischen Beistand tätig sind, für das Jahr 2011-2012 auf 70 789 000 Euro beziehungsweise 5 888 000 Euro, d.h. einen Höchstbetrag an zugelassenen Ausgaben von 76 677 000 Euro festsetzen, gegen Artikel 23 Absatz 3 Nr. 2 der Verfassung, insofern diese Bestimmungen einen erheblichen Rückschritt im Recht auf juristischen Beistand herbeiführen, indem sie den Wert des Punktes bezüglich der Vergütung der Leistungen der Rechtsanwälte, die im weiterführenden juristischen Beistand tätig sind und den öffentlichen Dienst des juristischen Beistands versehen, auf einen Betrag von 25,76 Euro statt 28,03 Euro (indexierter Wert des für das vorangehende Gerichtsjahr auf 26,91 Euro festgesetzten Punktes) beschränken?
1. « Schenden de wet van 4 maart 2013 ' houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 ', tweede bijgevoegde tabel, sectie 12, afdeling 56, punt 1 ' Gerechtelijke bijstand ', en de wet van 24 juni 2013 ' houdende eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2013 ', tweede bijgevoegde tabel, sectie 12, afdeling 56, punt 1 ' Gerechtelijke bijstand ', door de begroting van de juridische bijstand met betrekking tot de prestaties van de tweedelijnsadvocaten voor het jaar 2011-2012 vast te stellen op respectievelijk 70 789 000 euro en 5 888 000 euro, namelijk een maximumbedrag voor toegestane uitgaven van 76 677 000 euro, artikel 23, derde lid, 2°, van de Grondwet, in zoverre die bepalingen een aanzienlijke achteruitgang van het recht op juridische bijstand doen ontstaan door de waarde van het punt betreffende de vergoeding van de tweedelijnsadvocaten die de openbare dienst van de juridische bijstand verstrekken, te beperken tot een bedrag van 25,76 euro in plaats van 28,03 euro (geïndexeerde waarde van het punt vastgesteld op 26,91 euro voor het voorgaande gerechtelijk jaar) ?

Die Artikel 185bis und 198 Absatz 1 Nr. 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 in der für die Steuerjahre 2010 und 2011 geltenden Fassung, dahin ausgelegt, dass die in der letztgenannten Bestimmung erwähnte Gesellschaftssteuer unter den in der erstgenannten Bestimmung erwähnten Begriff « nicht als Werbungskosten abzugsfähige Ausgaben und Kosten » fällt, so dass sie zur steuerpflichtigen Grundlage der betreffenden Investmentgesellschaften gehört, verstoßen nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung.
De artikelen 185bis en 198, eerste lid, 1°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals van toepassing voor de aanslagjaren 2010 en 2011, aldus geïnterpreteerd dat de vennootschapsbelasting, bedoeld in de laatstgenoemde bepaling, ressorteert onder de notie « niet als beroepskosten aftrekbare uitgaven en kosten », bedoeld in de eerstgenoemde bepaling, zodat zij tot de belastbare grondslag van de betrokken beleggingsvennootschappen behoort, schenden de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet.

diese Ausgaben tatsächlich entstanden, genau belegt und gemäß den Bestimmungen der Verordnung (EU) Nr. 926/2011 beihilfefähig sind,
deze uitgaven daadwerkelijk zijn gedaan, nauwkeurig zijn opgevoerd en subsidiabel zijn overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) nr. 926/2011

diese Ausgaben tatsächlich entstanden sind, ordnungsgemäß belegt wurden und im Sinne der Verordnung (EU) Nr. 926/2011 beihilfefähig sind;
de uitgaven daadwerkelijk zijn verricht, nauwkeurig zijn opgevoerd en subsidiabel zijn overeenkomstig de bepalingen van Verordening (EU) nr. 926/2011;

Die Finanzhilfe der Union beläuft sich für den Zeitraum vom 1. Januar bis 31. Dezember 2011 auf 100 % der beihilfefähigen Ausgaben im Sinne der Verordnung (EG) Nr. 1754/2006, die diesem Laboratorium im Rahmen des Arbeitsprogramms entstehen, mit einem Höchstbetrag von 105 000 EUR.
De financiële steun van de Unie bedraagt 100 % van de door dat laboratorium voor het werkprogramma gemaakte subsidiabele kosten, als omschreven in Verordening (EG) nr. 1754/2006, en bedraagt ten hoogste 105 000 EUR voor de periode van 1 januari tot en met 31 december 2011.