Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
5%)
Huettenzink

Vertaling van "nr 8 98 hatte " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
im Schweissgut hatte der Angriff einen interdendrittischen Verlauf

in het lasmetaal verliep de aantasting interdendritisch




Arbeitsgruppe Fragen der Anwendung der Artikel 95 bis 98 des Vertrags

Werkgroep Vraagstukken verband houdend met de toepassing van artikel 95 t/m 98 van het Verdrag
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung des Gesetzes vom 15. Juli 2016 zur Ausführung der Verordnung (EU) Nr. 98/2013 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 15. Januar 2013 über die Vermarktung und Verwendung von Ausgangsstoffen für Explosivstoffe.

De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de wet van 15 juli 2016 tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven.


FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES - 15. JULI 2016 - Gesetz zur Ausführung der Verordnung (EU) Nr. 98/2013 des Europäischen Parlaments und des Rates vom 15. Januar 2013 über die Vermarktung und Verwendung von Ausgangsstoffen für Explosivstoffe - Deutsche Übersetzung

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN - 15 JULI 2016. - Wet tot uitvoering van de Verordening (EU) nr. 98/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2013 over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven. - Duitse vertaling


Die klagenden Parteien führen im ersten Klagegrund einen Verstoß gegen die Artikel 10, 11 und 23 Absatz 3 Nr. 1 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 11 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit Artikel 6 der revidierten Europäischen Sozialcharta, mit dem IAO-Übereinkommen Nr. 98 über die Anwendung der Grundsätze des Vereinigungsrechtes und des Rechtes zu Kollektivverhandlungen und mit dem IAO-Übereinkommen Nr. 154 über die Förderung von Kollektivverhandlungen, an, da das angefochtene Gesetz einen erheblichen und ungerechtfertigten Rückschritt im Schutz des Rechts auf kollektive Verhandlungen beinhalte.

De verzoekende partijen voeren in het eerste middel een schending aan van de artikelen 10, 11 en 23, derde lid, 1°, van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 6 van het herziene Europees Sociaal Handvest, met het IAO-Verdrag nr. 98 betreffende de toepassing van de grondbeginselen van het recht van organisatie en collectief overleg en met het IAO-Verdrag nr. 154 betreffende de bevordering van het collectief overleg, doordat de bestreden wet een aanzienlijke en ongerechtvaardigde achteruitgang zou inhouden van de bescherming van het recht op collectief onderhandelen.


Der erste Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6274 ist abgeleitet aus einem Verstoß durch Artikel 2 des angefochtenen Gesetzes gegen Artikel 23 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 4, 6 und 12 der revidierten Europäischen Sozialcharta, mit Artikel 11 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit den Artikeln 7 und 9 des Internationalen Paktes über wirtschaftliche, soziale und kulturelle Rechte, mit Artikel 4 des Übereinkommens Nr. 98 der Internationalen Arbeitsorganisation und mit Artikel 28 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union.

Het eerste middel in de zaak nr. 6274 is afgeleid uit de schending, door artikel 2 van de bestreden wet, van artikel 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 4, 6 en 12 van het herziene Europees Sociaal Handvest, met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met de artikelen 7 en 9 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, met artikel 4 van het Verdrag nr. 98 van de Internationale Arbeidsorganisatie en met artikel 28 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
In ihrem ersten Klagegrund führen die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 6274 einen Verstoß durch die angefochtene Bestimmung gegen Artikel 23 der Verfassung in Verbindung mit unter anderem Artikel 6 der revidierten Europäischen Sozialcharta, mit Artikel 11 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit Artikel 28 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union und mit Artikel 4 des Übereinkommens Nr. 98 der Internationalen Arbeitsorganisation (IAO) über die Anwendung der Grundsätze des Vereinigungsrechts und des Rechtes zu Kollektivverhandlungen an.

In hun eerste middel voeren de verzoekende partijen in de zaak nr. 6274 de schending aan, door de bestreden bepaling, van artikel 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met, onder meer, artikel 6 van het herziene Europees Sociaal Handvest, met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met artikel 28 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met artikel 4 van het Verdrag nr. 98 van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) betreffende de toepassing van de grondbeginselen van het recht van organisatie en collectief overleg.


Auszug aus dem Entscheid Nr. 98/2016 vom 16. Juni 2016 Geschäftsverzeichnisnummer 6389 In Sachen: Klage auf einstweilige Aufhebung des Gesetzes vom 16. Dezember 2015 zur Regelung der Übermittlung von Auskünften über Finanzkonten durch die belgischen Finanzinstitute und den FÖD Finanzen im Rahmen eines automatischen Informationsaustausches auf internationaler Ebene und zu steuerrechtlichen Zwecken, erhoben von E.M. Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten J. Spreutels und E. De Groot, und den Richtern L. Lavrysen, J.-P.

Uittreksel uit arrest nr. 98/2016 van 16 juni 2016 Rolnummer : 6389 In zake : de vordering tot schorsing van de wet van 16 december 2015 tot regeling van de mededeling van inlichtingen betreffende financiële rekeningen, door de Belgische financiële instellingen en de FOD Financiën, in het kader van een automatische uitwisseling van inlichtingen op internationaal niveau en voor belastingdoeleinden, ingesteld door E.M. Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters L. Lavrysen, J.-P.


In seinem Entscheid Nr. 182/2006 vom 29. November 2006 hat der Gerichtshof festgestellt, dass Artikel 57 des EStGB 1992 in der vor seiner Abänderung durch das Programmgesetz (I) vom 24. Dezember 2002 geltenden Fassung nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstieß, insofern er keinen Unterschied vornahm zwischen einerseits den Steuerpflichtigen, die die betreffenden Ausgaben nicht auf die vorgeschriebene Weise gerechtfertigt hatten, wobei der Empfänger den Betrag dieser Ausgaben spontan in seine Erklärung aufgenommen hatte, und andererseits den Steuerpflichtigen, die die betreffenden Ausgaben ebenfalls nicht auf die vorgeschriebene Weise gerec ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 182/2006 van 29 november 2006 heeft het Hof vastgesteld dat artikel 57 van het WIB 1992, zoals het van kracht was vóór de wijziging ervan bij de programmawet (I) van 24 december 2002, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet niet schond in zoverre het geen onderscheid maakte tussen, enerzijds, de belastingplichtige die de bedoelde uitgaven niet op de voorgeschreven wijze heeft verantwoord, maar waarbij de verkrijger het bedrag van die uitgaven spontaan in zijn aangifte heeft opgenomen en, anderzijds, de belastingplichtige die de bedoelde uitgaven evenmin op de voorgeschreven wijze heeft verantwoord, maar waarbij de verkr ...[+++]


Insofern sie zur Folge hat, dass ein KMB im Sinne von Artikel 201 Absatz 1 Nr. 1 des EStGB 1992 vom Vorteil des Investitionsabzugs ausgeschlossen wird, wenn es die Nutzung der erworbenen Anlagen an einen anderen KMB im Sinne derselben Bestimmung abtritt, obwohl dieser in den Genuss des Investitionsabzugs hätte gelangen können, wenn er selbst die Anlagen erworben hätte, ist die durch Artikel 75 Nr. 3 des EStGB 1992 vorgeschriebene Maßnahme hingegen nicht sachdienlich für die Zielsetzung.

In zoverre hij tot gevolg heeft dat een kmo in de zin van artikel 201, eerste lid, 1°, van het WIB 1992 van de investeringsaftrek wordt uitgesloten wanneer zij het gebruik van de verkregen vaste activa overdraagt aan een andere kmo in de zin van dezelfde bepaling, terwijl die de investeringsaftrek zou hebben kunnen genieten indien zij de vaste activa zelf had verkregen, is de in artikel 75, 3°, van het WIB 1992 voorgeschreven maatregel daarentegen niet pertinent ten aanzien van het nagestreefde doel.


Neben den aufgrund von Artikel 61 Absatz 1 Nr. 3 oder aufgrund von Artikel 212bis Absatz 6 Nr. 3 erforderlichen Angaben, die im Rahmen einer gleichgestellten Verrichtung im Sinne von Absatz 1 die zweite Verrichtung in der Kombination betreffen, muss die natürliche Person außerdem in Bezug auf die erste Verrichtung in der Kombination Folgendes angeben: 1. wenn die erste Verrichtung in der Kombination eine Verrichtung im Sinne von Artikel 61 Absatz 1 ist: a) dass sie zu irgendeinem Zeitpunkt im Zeitraum von achtzehn Monaten vor dessen Verkauf oder Verteilung ihren Hauptwohnort in der ersten Wohnung in der gleichgestellten Verrichtung hatte; b) dass sie ihren ...[+++]

Naast de vermeldingen vereist bij artikel 61, eerste lid, 3°, of bij artikel 212bis, zesde lid, 3°, die in het kader van een gelijkgestelde verrichting, zoals bedoeld in het eerste lid, de tweede verrichting in de combinatie betreffen, moet de natuurlijke persoon bovendien betreffende de eerste verrichting in de combinatie vermelden : 1° indien de eerste verrichting in de combinatie een verrichting is als bedoeld in artikel 61, eerste lid : a) dat hij op enig ogenblik in de periode van achttien maanden voorafgaand aan de verkoop of verdeling ervan zijn hoofdverblijfplaats heeft gehad in de eerste woning in de gelijkgestelde verrichting; b) dat hij zijn hoofdver ...[+++]


2. JUNI 2016 - Erlaß der Wallonischen Regierung zur Abänderung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 10. Juli 1997 zur Festlegung eines Abfallkatalogs sowie des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 18. März 2004 zur Untersagung der Zuweisung bestimmter Abfälle in technische Vergrabungszentren und zur Festlegung der Kriterien für die Annahme der Abfälle in technischen Vergrabungszentren Die Wallonische Regierung, Aufgrund des Dekrets vom 27. Juni 1996 über die Abfälle, Artikel 2 Ziffer 5, abgeändert durch Artikel 3 Ziffer 2 des Dekrets vom 10. Mai 2012 zur Umsetzung der Richtlinie 2008/98/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 19. November 2008 über Abfälle und zur Aufhebung bestimmter Richtlinien, Artikel 5 und Arti ...[+++]

2 JUNI 2016. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het besluit van de Waalse Regering van 10 juli 1997 tot opstelling van een afvalcatalogus en van het besluit van de Waalse Regering van 18 maart 2004 tot verbod van het storten van sommige afvalstoffen in een centrum voor technische ingraving en tot vaststelling van de criteria voor de aanvaarding van afvalstoffen in een centrum voor technische ingraving De Waalse Regering, Gelet op het decreet van 27 juni 1996 betreffende de afvalstoffen, artikel 2, § 5°, gewijzigd bij artikel 3, 2°, van het decreet van 10 mei 2012 tot omzetting van richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal ric ...[+++]




Anderen hebben gezocht naar : huettenzink     nr 8 98 hatte     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'nr 8 98 hatte' ->

Date index: 2023-08-16
w