Der Ministerrat macht ebenfalls eine Einrede der Unzulässigkeit der Klagegründe in der Rechtssache Nr. 5863 geltend, insofern sie aus einem Verstoß gegen Artikel 13 der Verfassung und gegen Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention sowie Artikel 14 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte abgeleitet seien.
De Ministerraad werpt eveneens een exceptie van niet-ontvankelijkheid op van de middelen in de zaak nr. 5863, in zoverre zij zijn afgeleid uit de schending van artikel 13 van de Grondwet en van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en artikel 14 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten.