Im sechsten und siebten Klagegrund der Rechtssache Nr. 4905 machen die klagenden Parteien geltend, dass Artikel 5 des angefochtenen Gesetzes gegen die Artikel 10, 11, 22 und 23 der Verfassung sowie gegen Artikel 8 der Europäischen Menschenrechtskonvention verstosse, indem er eine zeitweilige Ausnahme vom allgemeinen Rauchverbot für Glücksspieleinrichtungen der Klasse I vorsehe.
In het zesde en het zevende middel van de zaak nr. 4905 voeren de verzoekende partijen aan dat artikel 5 van de bestreden wet de artikelen 10, 11, 22 en 23 van de Grondwet, alsook artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, schendt, doordat het in een tijdelijke uitzondering voorziet op het algemene rookverbod voor kansspelinrichtingen van klasse I.