Vertaling van "nr 2561 90 vorgesehene " (Duits → Nederlands) :

61. nimmt zur Kenntnis, dass die Rundfunk- und Fernsehanstalten in Italien seit Jahrzehnten in einem rechtlichen Vakuum agieren, was wiederholt vom Verfassungsgerichtshof beanstandet wurde, und dass die Bemühungen des Gesetzgebers und der zuständigen Einrichtungen im Hinblick auf die Wiederherstellung eines ordnungsgemäßen Systems gescheitert sind; RAI und Mediaset kontrollieren weiterhin je drei analoge terrestrische Fernsehsender, obwohl der Verfassungsgerichtshof mit seinem Urteil Nr. 420 aus dem Jahr 1994 befunden hatte, dass es unzulässig ist, dass ein einziges Unternehmen mehr als 20% der Fernsehprogramme auf terrestrischen Frequenzen im Inland ausstrahlt (d.h. mehr als zwei Programme); der Verfassungsgerichtshof befand ferner, dass die im Gesetz Nr. 223/90 vorgesehene Regelung im Widerspruch zur italienischen Verfassung steht, obwohl es sich lediglich um eine "vorübergehende Regelung" handelt; auch im Gesetz Nr. 249/97 (Einrichtung der Garantiebehörde im Bereich der Kommunikation und Schaffung von Bestimmungen über Telekommunikations- sowie Rundfunk- und Fernsehsysteme) waren die Vorschriften des Verfassungsgerichtshofs nicht umgesetzt worden; der Verfassungsgerichtshof erklärte daher in seinem Urteil Nr. 466/02 Artikel 3 Absatz 7 dieses Gesetzes als verfassungswidrig, da keine unumstößliche und nicht verlängerbare Frist gesetzt wird – bis spätestens 31. Dezember 2003 –, innerhalb derer die Programme der Rundfunksender, die die in Artikel 3 Absatz 6 festgelegten Grenzwerte überschreiten, ausschließlich über Satellit oder Kabel ausgestrahlt werden dürfen";
61. stelt vast dat het radio- en televisiewezen in Italië al decennia functioneert in een legaliteitsvacuüm, hetgeen meermaals door het Constitutionele Hof is vastgesteld, en dat de normale wetgever en de verantwoordelijke autoriteiten onmachtig zijn gebleken tot een wettig regime terug te keren; stelt vast dat RAI en Mediaset nog steeds elk de zeggenschap hebben over drie analoge televisieomroepen die via de ether uitzenden, in weerwil van het feit dat het Constitutioneel Hof in arrest 420/94 heeft vastgesteld dat het één entiteit niet is toegestaan meer dan 20% van de nationale televisieprogramma's via etherfrequenties uit te zenden (d.w.z. meer dan twee programma's) en de regelgeving van wet 223/90 in strijd met de Italiaanse Grondwet heeft verklaard, hoewel het een "overgangsregime" was; merkt op dat zelfs in wet 249/97 (Instelling van een Garantieautoriteit voor communicatie en regelgeving inzake het telecommunicatie- en het radio- en televisiewezen) de voorschriften van het Constitutioneel Hof niet zijn verwerkt, dat in arrest 466/02 bepaalde dat artikel 3, lid 7 in strijd was met de Grondwet, "voorzover het geen vaste, definitieve uiterste datum bepaalt, die in elk geval niet later ligt dan 31 december 2003, waarna de programma's van omroepen die de in artikel 3, lid 6 genoemde limieten overschrijden, uitsluitend via satelliet of via de kabel mogen worden uitgezonden";

62. nimmt zur Kenntnis, dass die Rundfunk- und Fernsehanstalten in Italien seit Jahrzehnten in einem rechtlichen Vakuum agieren, was wiederholt vom Verfassungsgerichtshof beanstandet wurde, und dass die Bemühungen des Gesetzgebers und der zuständigen Einrichtungen im Hinblick auf die Wiederherstellung eines ordnungsgemäßen Systems gescheitert sind; RAI und Mediaset kontrollieren weiterhin je drei analoge terrestrische Fernsehsender, obwohl der Verfassungsgerichtshof mit seinem Urteil Nr. 420 aus dem Jahr 1994 befunden hatte, dass es unzulässig ist, dass ein einziges Unternehmen mehr als 20% der Fernsehprogramme auf terrestrischen Frequenzen im Inland ausstrahlt (d.h. mehr als zwei Programme); der Verfassungsgerichtshof befand ferner, dass die im Gesetz Nr. 223/90 vorgesehene Regelung im Widerspruch zur italienischen Verfassung steht, obwohl es sich lediglich um eine "vorübergehende Regelung" handelt; auch im Gesetz Nr. 249/97 (Einrichtung der Garantiebehörde im Bereich der Kommunikation und Schaffung von Bestimmungen über Telekommunikations- sowie Rundfunk- und Fernsehsysteme) waren die Vorschriften des Verfassungsgerichtshofs nicht umgesetzt worden; der Verfassungsgerichtshof erklärte daher in seinem Urteil Nr. 466/02 Artikel 3 Absatz 7 dieses Gesetzes als verfassungswidrig, da keine unumstößliche und nicht verlängerbare Frist gesetzt wird – bis spätestens 31. Dezember 2003 –, innerhalb derer die Programme der Rundfunksender, die die in Artikel 3 Absatz 6 festgelegten Grenzwerte überschreiten, ausschließlich über Satellit oder Kabel ausgestrahlt werden dürfen";
62. stelt vast dat het radio- en televisiewezen in Italië al decennia functioneert in een legaliteitsvacuüm, hetgeen meermaals door het Constitutionele Hof is vastgesteld, en dat de normale wetgever en de verantwoordelijke autoriteiten onmachtig zijn gebleken tot een wettig regime terug te keren; stelt vast dat RAI en Mediaset nog steeds elk de zeggenschap hebben over drie analoge televisieomroepen die via de ether uitzenden, in weerwil van het feit dat het Constitutioneel Hof in arrest 420/94 heeft vastgesteld dat het één entiteit niet is toegestaan meer dan 20% van de nationale televisieprogramma's via etherfrequenties uit te zenden (d.w.z. meer dan twee programma's) en de regelgeving van wet 223/90 in strijd met de Italiaanse Grondwet heeft verklaard, hoewel het een "overgangsregime" was; merkt op dat zelfs in wet 249/97 (Instelling van een Garantieautoriteit voor communicatie en regelgeving inzake het telecommunicatie- en het radio- en televisiewezen) de voorschriften van het Constitutioneel Hof niet zijn verwerkt, dat in arrest 466/02 bepaalde dat artikel 3, lid 7 in strijd was met de Grondwet, "voorzover het geen vaste, definitieve uiterste datum bepaalt, die in elk geval niet later ligt dan 31 december 2003, waarna de programma's van omroepen die de in artikel 3, lid 6 genoemde limieten overschrijden, uitsluitend via satelliet of via de kabel mogen worden uitgezonden";

(6a) Da die Fangmöglichkeiten häufig erheblich eingeschränkt sind, sei es, weil internationale Fischereiabkommen nicht verlängert wurden oder weil Pläne zur Wiederauffüllung der Bestände von Arten in internen oder externen Gewässern umgesetzt werden, müssen spezifische sozioökonomische Begleitmaßnahmen vorgesehen werden; in solchen Fällen sollten daher generell die sozioökonomischen Begleitmaßnahmen Anwendung finden, die im Rahmen der Verordnung (EG) Nr. 2561/2001 mittels einer Änderung der Verordnung Nr. 2792/99 angenommen wurden.
(6 bis) Aangezien het regelmatig voorkomt dat vangstmogelijkheden aanzienlijk worden beperkt, hetzij doordat internationale visserij-overeenkomsten niet worden verlengd, hetzij door instelling van herstelprogramma's voor bepaalde soorten in binnenlandse of externe wateren, moeten speciale sociaaleconomische begeleidende maatregelen worden getroffen en dienen derhalve in dergelijke gevallen de sociaaleconomische begeleidende maatregelen van Verordening (EG) 2561/2001 algemeen te worden toegepast door middel van een wijziging van Verordening 2792/99.

Das Parlament hatte 90 % vorgesehen, die in irgendeiner Form über Hafengebühren gedeckt werden sollten.
Het Parlement had ingezet op 90% die wij op de een of andere manier via havengelden willen innen.

(5) Werden Waren, auf die Absatz 2 anwendbar ist, zunächst in ein anderes Zollverfahren und dann in den zollrechtlich freien Verkehr oder ein anderes Zollverfahren übergeführt, das die Entstehung einer Zollschuld zur Folge haben könnte, so ist das in Anhang VIII der Verordnung (EWG) Nr. 2561/90 vorgesehene Informationsblatt INF-8 zu verwenden.
5. Wanneer goederen waarop lid 2 van toepassing is in het vrije verkeer wordén gebracht of onder een andere douaneregeling worden geplaatst die tot het ontstaan van een douaneschuld zou kunnen leiden, nadat zij onder een andere douaneregeling waren geplaatst, wordt gebruik gemaakt van het in bijlage VIII bij Verordening (EEG) nr. 2561/90 bedoelde inlichtingenblad INF-8.

- Verordnung (EWG) Nr. 2561/90 der Kommission vom 30. Juli 1990 zur Durchführung der Verordnung (EWG) Nr. 2503/88 des Rates über Zollager [96], zuletzt geändert durch die Verordnung (EWG) Nr. 3001/92 [97];
- Verordening (EEG) nr. 2561/90 van de Commissie van 30 juli 1990 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2503/88 van de Raad betreffende de douane-entrepots (96), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 3001/92 (97);

- Verordnung (EWG) Nr. 2503/88 des Rates vom 25. Juli 1988 über Zollager (35), geändert durch die Verordnung (EWG) Nr. 2561/90 (36));
- Verordening (EEG) nr. 2503/88 van de Raad van 25 juli 1988 betreffende de douane-entrepots (35), gewijzigd bij Verordening (EEG) nr. 2561/90 (36));

VERORDNUNG (EWG) Nr. 2485/91 DER KOMMISSION vom 29. Juli 1991 zur Änderung der Verordnung (EWG) Nr. 2561/90 zur Durchführung der Verordnung (EWG) Nr. 2503/88 des Rates über Zollager und der Verordnung (EWG) Nr. 2562/90 mit Durchführungsvorschriften zu der Verordnung (EWG) Nr. 2504/88 des Rates über Freizonen und Freilager
VERORDENING (EEG) Nr. 2485/91 VAN DE COMMISSIE van 29 juli 1991 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 2561/90 tot uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2503/88 van de Raad betreffende de douane-entrepots en van Verordening (EEG) nr. 2562/90 tot vaststelling van een aantal uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2504/88 van de Raad betreffende de vrije zones en de vrije entrepots

Die Verordnung (EWG) Nr. 2561/90 der Kommission (3) enthält Durchführungsvorschriften zu der Verordnung (EWG) Nr. 2503/88.
Overwegende dat bij Verordening (EEG) nr. 2561/90 van de Commissie (3) een aantal uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 2503/88 is vastgesteld;