Vertaling van "nr 2371 2002 registrierten schiffen " (Duits → Nederlands) :

(8) In Bezug auf die Verordnung (EG) Nr. 639/2004 des Rates vom 30. März 2004 zur Steuerung der Flottenkapazität der in Gebieten in äußerster Randlage registrierten Fangflotten besteht ein besonderes Merkmal von Mayotte darin, dass kein Ziel für seine Flotte gemäß der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 hinsichtlich des Mehrjährigen Ausrichtungsprogramms 1997-2002 festgelegt wurde.
(8) Wat betreft Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad van 30 maart 2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten : een bijzonder kenmerk van Mayotte is dat er krachtens Verordening (EG) nr. 2371/2002 geen doelstelling is vastgesteld voor zijn vloot die naar het meerjarige oriëntatieprogramma 1997-2002 verwijst.

Im Fall von Flottenzugängen gemäß Artikel 13 Absatz 1 Buchstabe b Ziffer ii der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 werden von den in Unterabsatz 2 dieses Paragraphen aufgeführten Referenzgrößen in Anwendung der nachstehenden Formel 35 % der Gesamttonnage von Schiffen mit mehr als 100 BRZ abgezogen, für die nach dem 31. Dezember 2002 ein öffentlicher Zuschuss gewährt wurde (GT100):
Wanneer nieuwe vangstcapaciteit aan de vloot wordt toegevoegd overeenkomstig artikel 13, lid 1, onder b), ii), van Verordening (EG) nr. 2371/2002, worden de in de tweede alinea van dit lid vermelde referentieniveaus overeenkomstig de onderstaande formule verminderd met 35 % van de totale tonnage van de vaartuigen van meer dan 100 GT die aan de vloot zijn toegevoegd met na 31 december 2002 toegekende overheidssteun (GT100):

(2) Die Mitgliedstaaten machen der Kommission alle Angaben zu den in ihren Gebieten in äußerster Randlage gemäß Artikel 15 der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 registrierten Schiffen zugänglich.
2. De lidstaten voorzien de Commissie overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van gegevens over de vaartuigen die in hun ultraperifere gebieden zijn geregistreerd.

– (PT) Die Verordnung (EG) Nr. 639/2004 zur Steuerung der Flottenkapazität der in Gebieten in äußerster Randlage registrierten Fangflotten sieht eine Reihe von Ausnahmeregelungen in Bezug auf die Zu- und Abgänge von Schiffen vor, die in Artikel 13 der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 über die Erhaltung und nachhaltige Nutzung der Fischereiressourcen im Rahmen der Gemeinsamen Fischereipolitik festgelegt sind.
− (PT) Krachtens Verordening (EG) nr. 639/2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten, kan worden afgeweken van de regeling voor toevoeging/onttrekking aan de vloot die is vastgesteld in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid.

Die Verordnung (EG) Nr. 639/2004 des Rates vom 30. März 2004 zur Steuerung der Flottenkapazität der in Gebieten in äußerster Randlage registrierten Fangflotten ermöglicht Abweichungen von Artikel 13 der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 des Rates vom 20. Dezember 2002 über die Erhaltung und nachhaltige Nutzung der Fischereiressourcen im Rahmen der Gemeinsamen Fischereipolitik und von dem Verbot der Verwendung öffentlicher Mittel für die Modernisierung oder Erneuerung der Flotte gemäß der Verordnung (EG) Nr. 2792/1999 des Rates vom 17. Dezember 1999 zur Festlegung der Modalitäten und Bedingungen für die gemeinschaftlichen Strukturmaßnahmen im Fischereisektor.
Krachtens Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad van 30 maart 2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten kan worden afgeweken van de regeling voor toevoeging/onttrekking aan de vloot die is vastgesteld in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid, en van het verbod op het gebruik van overheidsmiddelen voor de modernisering en vernieuwing van de vloot dat is vastgesteld in Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector.

Die Verordnung (EG) Nr. 639/2004 des Rates vom 30. März 2004 zur Steuerung der Flottenkapazität der in Gebieten in äußerster Randlage registrierten Fangflotten (2) ermöglicht Abweichungen von Artikel 13 der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 des Rates vom 20. Dezember 2002 über die Erhaltung und nachhaltige Nutzung der Fischereiressourcen im Rahmen der gemeinsamen Fischereipolitik (3).
Krachtens Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad van 30 maart 2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten (2) mag worden afgeweken van artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (3).

Fanglizenzen sind ein relevantes Flottenmanagementinstrument insbesondere gemäß den Artikeln 12 und 13 der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 sowie gemäß der Verordnung (EG) Nr. 639/2004 des Rates vom 30. März 2004 zur Steuerung der Flottenkapazität der in Gebieten in äußerster Randlage registrierten Fangflotten.
Visserijvergunningen vormen een instrument voor het vlootbeheer, met name als het gaat om de beperkingen van de capaciteit zoals vastgelegd in artikelen 12 en 13 van verordening (EG) nr. 2371/2002 en verordening van de Raad (EG) nr. 63 9/2002 van 30 maart 2004 betreffende het beheer van de in de perifere regio's van de gemeenschap geregistreerde vissersvloten.

Gemäß der Verordnung (EG) Nr. 639/2004 des Rates vom 30. März 2004 zur Steuerung der Flottenkapazität der in Gebieten in äußerster Randlage registrierten Fangflotten (2) kann von Artikel 9 Absatz 1 Buchstabe a der Verordnung (EG) Nr. 2792/1999 des Rates vom 17. Dezember 1999 zur Festlegung der Modalitäten und Bedingungen für die gemeinschaftlichen Strukturmaßnahmen im Fischereisektor (3) und von Artikel 13 der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 des Rates vom 20. Dezember 2002 über die Erhaltung und nachhaltige Nutzung der Fischereiressourcen im Rahmen der gemeinsamen Fischereipolitik (4) abgewichen werden.
Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad van 30 maart 2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten (2) maakt het mogelijk af te wijken van het bepaalde in artikel 9, lid 1, onder a), van Verordening (EG) nr. 2792/1999 van de Raad van 17 december 1999 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen en voorwaarden voor de structurele acties van de Gemeenschap in de visserijsector (3) en in artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid (4).

Beihilfen gemäß den Ziffern 4.4.1 und 4.4.2 dürfen nur dann gewährt werden, wenn Artikel 13 der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 und die Verordnung (EG) Nr. 1438/2003 der Kommission vom 12. August 2003 mit Durchführungsbestimmungen zur Flottenpolitik der Gemeinschaft in Anwendung von Kapitel III der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 des Rates (21) und gegebenenfalls die Verordnung (EG) Nr. 639/2004 vom 30. März 2004 zur Steuerung der Flottenkapazität der in Gebieten in äußerster Randlage registrierten Fangflotten (22) eingehalten werden.
Steun als bedoeld in de punten 4.4.1 en 4.4.2 mag alleen worden toegekend indien is voldaan aan artikel 13 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 en aan Verordening (EG) nr. 1438/2003 van de Commissie van 12 augustus 2003 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van het gemeenschappelijk vlootbeleid als omschreven in hoofdstuk III van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad (21), en, in voorkomend geval, aan Verordening (EG) nr. 639/2004 van de Raad van 30 maart 2004 betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde vissersvloten (22).

In Anerkennung der spezifischen ständigen sozialen, wirtschaftlichen und geographischen Benachteiligungen der Gebiete in äußerster Randlage (Artikel 299 Absatz 2 des Vertrages) wurden mehrere wichtige Anpassungen der Anwendung der Richtlinie des Rates Nr. 2371/2002 in den Vorschlag der Kommission für eine Verordnung des Rates zur Steuerung der Flottenkapazität der in Gebieten in äußerster Randlage registrierten Fangflotten (KOM(2003) 175) aufgenommen.
In de erkenning dat de ultraperifere gebieden met specifieke en permanente sociale, economische en geografische handicaps (artikel 299, lid 2, EG-Verdrag) te maken hebben, bevat het voorstel van de Commissie voor een verordening van de Raad betreffende het beheer van de in ultraperifere gebieden geregistreerde visservloten (COM(2003) 175) een aantal belangrijke aanpassingen aan verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad.