(1) Damit die Bediensteten der Kommission die Arbeiten der Dienststelle gemäß Artikel 1 Absatz 4 der Verordnung (EWG) Nr. 2262/84 verfolgen können, übermittelt diese dem betreffenden Mitgliedstaat und der Kommission am 15. eines jeden Monats das Programm der für den folgenden Monat vorgesehenen Verwaltungs- und Kontrolltätigkeiten.
1. Ten einde de ambtenaren van de Commissie in staat te stellen overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Verordening (EEG) nr. 2262/84 de activiteiten van het bureau te volgen, doet het bureau de betrokken Lid-Staat en de Commissie op de vijftiende van iedere maand het programma van de beheers- en controleactiviteiten voor de daaropvolgende maand toekomen.