Traduction de «nr 1259 1999 vorgenommenen kürzungen » (Allemand → Néerlandais) :

die Finanzmittel, die in einem Mitgliedstaat am 1. Januar 2007 aufgrund der von ihm freiwillig oder gemäß den Artikeln 3, 4 und 5 der Verordnung (EG) Nr. 1259/1999 vorgenommenen Kürzungen oder Streichungen der Beträge der Zahlungen zur Verfügung stehen, können von diesem Mitgliedstaat zur Finanzierung der Maßnahmen zur Entwicklung des ländlichen Raums nach Artikel 4 der vorliegenden Verordnung verwendet werden.
de financiële middelen die op 1 januari 2007 in een lidstaat beschikbaar zijn als gevolg van verlagingen van bedragen van betalingen die deze lidstaat overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 5 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 op vrijwillige basis heeft toegepast, kunnen door die lidstaat worden gebruikt voor de financiering van de in artikel 4 van de onderhavige verordening bedoelde maatregelen voor plattelandsontwikkeling.

die Finanzmittel, die in einem Mitgliedstaat am 1. Januar 2007 aufgrund der von ihm freiwillig oder gemäß den Artikeln 3, 4 und 5 der Verordnung (EG) Nr. 1259/1999 vorgenommenen Kürzungen oder Streichungen der Beträge der Zahlungen zur Verfügung stehen, können von diesem Mitgliedstaat zur Finanzierung der Maßnahmen zur Entwicklung des ländlichen Raums nach Artikel 4 der vorliegenden Verordnung verwendet werden;
de financiële middelen die op 1 januari 2007 in een lidstaat beschikbaar zijn als gevolg van verlagingen van bedragen van betalingen die deze lidstaat overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 5 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 op vrijwillige basis heeft toegepast, kunnen door die lidstaat worden gebruikt voor de financiering van de in artikel 4 van de onderhavige verordening bedoelde maatregelen voor plattelandsontwikkeling;

Aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 1259/1999 des Rates vom 17. Mai 1999 zur Festlegung von Gemeinschaftsregeln für Direktzahlungen im Rahmen der Gemeinsamen Agrarpolitik, ab dem 1. Mai 2004 aufgehoben und ersetzt durch die vorerwähnte Verordnung (EG) Nr. 1782/2003, deren Artikel 3, 4 und 5 sowie der Anhang jedoch bis zum 31. Dezember 2004 anwendbar bleiben;
Gelet op verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, opgeheven vanaf 1 mei 2004 en vervangen bij verordening (EG) nr. 1782/2003 als voornoemd, maar waarvan de artikelen 3, 4 en 5 en de bijlage verder toegepast worden tot en met 31 december 2004;

Art. 10 - In Anwendung von Artikel 7 der Verordnung (EG) Nr. 1259/1999 des Rates vom 17. Mai 1999 zur Festlegung von Gemeinschaftsregeln für Direktzahlungen im Rahmen der Gemeinsamen Agrarpolitik ist der Minister befugt, den Antragstellern zusätzliche Bedingungen für die Gewährung der Prämie aufzuerlegen.
Art. 10. Overeenkomstig artikel 7 van verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid kan de minister bijkomende voorwaarden vaststellen voor de toekenning die in acht genomen dienen te worden door de premieaanvragers.

Aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 1259/1999 des Rates vom 17. Mai 1999 zur Festlegung von Gemeinschaftsregeln für Direktzahlungen im Rahmen der Gemeinsamen Agrarpolitik, aufgehoben und ersetzt ab dem 1. Mai 2004 durch die vorerwähnte Verordnung (EG) Nr. 1782/2003;
Gelet op verordening (EEG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, opgeheven en vervangen vanaf 1 mei 2004 bij verordening (EG) nr. 1782/2003 zoals voornoemd;

4° das Saatgut wird unter Beachtung der Anforderungen des Umweltschutzes gemäss Artikel 3 der Verordnung (EWG) Nr. 1259/1999 des Rates vom 17. Mai 1999 zur Festlegung von Gemeinschaftsregeln für Direktzahlungen im Rahmen der Gemeinsamen Agrarpolitik geerntet.
4° het zaaizaad wordt geproduceerd met inachtneming van de milieuvereisten overeenkomstig artikel 3 van verordening (EEG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

In Anwendung von Artikel 39 Absatz 1 Buchstaben d und e der Verordnung (EG) Nr. 1290/2005 müssen die Finanzmittel, die in einem Mitgliedstaat am 1. Januar 2007 aufgrund von Kürzungen und Streichungen zur Verfügung stehen, die der Mitgliedstaat freiwillig gemäß Artikel 1 der Verordnung (EG) Nr. 1655/2004 der Kommission vom 22. September 2004 mit Vorschriften für den Übergang von der fakultativen Modulation gemäß Artikel 4 der Verordnung (EG) Nr. 1259/1999 des Rates zur obligatorischen Modulation gemäß der Verordnung (EG) Nr. 1782/2003 des Rates oder aufgrund von Sanktionen gemäß Artikel 3, 4 und 5 der Verordnung (EG) Nr. 1259/1999 des Rates vom 17. Mai 1999 zur Festlegung von Gemeinschaftsregeln für die Direktzahlungen im Rahmen der Gemeinsamen Agrarpolitik vorgenommen hat, von diesem Mitgliedstaat zur Finanzierung der Maßnahmen zur Entwicklung des ländlichen Raums verwendet werden.
In artikel 39, lid 1, onder d) en e), van Verordening (EG) nr. 1290/2005 is bepaald dat de financiële middelen die op 1 januari 2007 in een lidstaat beschikbaar zijn als gevolg van verlagingen of intrekkingen van steunbedragen die deze lidstaat op vrijwillige basis of in het kader van sancties heeft toegepast overeenkomstig artikel 1 van Verordening (EG) nr. 1655/2004 van de Commissie van 22 september 2004 tot vaststelling van bepalingen voor de overgang van het bij artikel 4 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad ingestelde facultatieve differentiatiesysteem naar het bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad ingestelde verplichte modulatiesysteem of overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 5 van Verordening (EG) nr. 1259/1999 van de Raad van 17 mei 1999 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor de regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid , door die lidstaat moeten worden gebruikt voor de financiering van maatregelen voor plattelandsontwikkeling.

(1) Wird festgestellt, dass ein Betriebsinhaber die Voraussetzungen für die Gewährung der Beihilfen nach der vorliegenden Verordnung oder nach Artikel 2a der Verordnung (EG) Nr. 1259/1999 nicht erfuellt, so werden unbeschadet der Kürzungen und Ausschlüsse nach Artikel 6 auf die gewährte oder zu gewährende Zahlung bzw. auf den Teil der Zahlung, bei dem die Beihilfevoraussetzungen erfuellt wurden, nach dem in Artikel 144 Absatz 2 der vorliegenden Verordnung genannten Verfahren festgelegte Kürzungen oder Ausschlüsse angewandt.
1. Onverminderd de in artikel 6 van deze verordening bedoelde verlagingen en uitsluitingen, worden er, wanneer wordt geconstateerd dat de landbouwer niet voldoet aan de subsidiabiliteitsvoorwaarden voor het verlenen van de steun waarin deze verordening of artikel 2 bis van Verordening (EG) nr. 1259/1999 voorziet, op de verleende of te verlenen betaling of het deel daarvan waarvoor aan de subsidiabiliteitsvoorwaarden is voldaan, verlagingen en uitsluitingen toegepast die volgens de in artikel 144, lid 2, bedoelde procedure worden vastgesteld.