Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "nr 11 des angefochtenen gesetzes einerseits dreizehn " (Duits → Nederlands) :

Im begrenzten Rahmen der Prüfung, die der Gerichtshof bei der Behandlung der Klage auf einstweilige Aufhebung vornehmen konnte, ist der aus einem Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit dem Grundsatz der Rechtssicherheit und des berechtigten Vertrauens abgeleitete Klagegrund als ernsthaft im Sinne von Artikel 20 Nr. 1 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 über den Verfassungsgerichtshof zu betrachten, jedoch nur insofern, als die klagenden Parteien das Fehlen einer Übergangsregelung für Personen, die vor dem Inkraftt ...[+++]

Binnen het beperkte kader van het onderzoek waartoe het Hof bij de behandeling van de vordering tot schorsing is kunnen overgaan, moet het middel dat is afgeleid uit een schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met het rechtszekerheids- en het vertrouwensbeginsel, als ernstig worden beschouwd in de zin van artikel 20, 1°, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, maar enkel in zoverre de verzoekende partijen de ontstentenis aanklagen van een overgangsregeling voor personen die vóór de inwerkingtreding van de bestreden wet de psychotherapeutische praktijk uitoefenden zonder aan de ...[+++]


Der erste Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6274 ist abgeleitet aus einem Verstoß durch Artikel 2 des angefochtenen Gesetzes gegen Artikel 23 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 4, 6 und 12 der revidierten Europäischen Sozialcharta, mit Artikel 11 der Europäischen Menschenrechtskonvention, mit den Artikeln 7 und 9 des Internationalen Paktes über wirtschaftliche, soziale und kulturelle Rechte, mit Artikel 4 des Übereinkommens Nr. 98 der Internationalen Arbeitsorganisation und mit Artikel 2 ...[+++]

Het eerste middel in de zaak nr. 6274 is afgeleid uit de schending, door artikel 2 van de bestreden wet, van artikel 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 4, 6 en 12 van het herziene Europees Sociaal Handvest, met artikel 11 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, met de artikelen 7 en 9 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, met artikel 4 van het Verdrag nr. 98 van ...[+++]


Der zweite Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6249 ist abgeleitet aus einem Verstoß durch Artikel 2 des angefochtenen Gesetzes gegen unter anderem die Artikel 10 und 11 der Verfassung.

Het tweede middel in de zaak nr. 6249 is afgeleid uit de schending, door artikel 2 van de bestreden wet, van onder meer de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.


Der zweite Klagegrund in der Rechtssache Nr. 6249 ist abgeleitet aus einem Verstoß durch Artikel 2 des angefochtenen Gesetzes gegen die Artikel 10, 11, 17, 22bis und 23 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 2, 4 und 5 bis 15 des Internationalen Paktes über wirtschaftliche, soziale und kulturelle Rechte und mit Teil I, den Artikeln 1 bis 19 und Artikel 31 der revidierten Europäischen Sozialcharta.

Het tweede middel in de zaak nr. 6249 is afgeleid uit de schending, door artikel 2 van de bestreden wet, van de artikelen 10, 11, 17, 22bis en 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 2, 4 en 5 tot 15 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en met deel I, de artikelen 1 tot 19 en artikel 31 van het herziene Europees Sociaal Handvest.


Die klagenden Parteien in der Rechtssache Nr. 6274 leiten einen zweiten Klagegrund ab aus einem Verstoß durch Artikel 2 des angefochtenen Gesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit Artikel 2 der Charta der Grundrechte der Europäischen Union und mit Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention.

De verzoekende partijen in de zaak nr. 6274 leiden een tweede middel af uit de schending, door artikel 2 van de bestreden wet, van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 2 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.


Im vierten Klagegrund führen die klagenden Parteien unter anderem an, dass Artikel 44/10 § 2 Absatz 1 Nr. 4 des Gesetzes über das Polizeiamt, eingefügt durch Artikel 19 des angefochtenen Gesetzes, nicht vereinbar sei mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention und mit den Grundsätzen der Waffengleichheit und der Rechte der Verteidigung, indem die Polizeidienste Dat ...[+++]

In het vierde middel voeren de verzoekende partijen onder meer aan dat artikel 44/10, § 2, eerste lid, 4°, van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij artikel 19 van de bestreden wet, niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de beginselen van de wapengelijkheid en van de rechten van verdediging, doordat de pol ...[+++]


Da Artikel 7 des angefochtenen Gesetzes eine ähnliche Tragweite hat wie die durch den Entscheid Nr. 158/2014 für nichtig erklärte Bestimmung und die beiden Bestimmungen aus denselben Gründen im Widerspruch zu den Artikeln 10 und 11 der Verfassung stehen, hat der Gesetzgeber nämlich mit der Annahme dieses Artikels 7 die mit dem Entscheid des Gerichtshofes Nr. 158/2014 verbundene materielle R ...[+++]

Aangezien artikel 7 van de bestreden wet een soortgelijke draagwijdte heeft als de bij het arrest nr. 158/2014 vernietigde bepaling en die twee bepalingen om dezelfde redenen in strijd zijn met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, heeft de wetgever immers, door de aanneming van dat artikel 7, het gezag van gewijsde dat is verbonden aan het arrest nr. 158/2014 van het Hof geschonden.


In seinem Entscheid Nr. 59/2014 hat der Gerichtshof einen Verstoß gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung durch Artikel 9 des angefochtenen Gesetzes festgestellt, insofern dieser ohne weiteres auf die Tätigkeit eines Privatdetektivs Anwendung findet, der dazu ermächtigt ist, seine Tätigkeiten für juristische Personen des öffentlichen Rechts auszuüben, und der für eine Berufsorganisation des öffentlichen Rechts handelt, die geset ...[+++]

Bij zijn arrest nr. 59/2014 heeft het Hof besloten tot de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door artikel 9 van de bestreden wet, in zoverre het zonder meer van toepassing is op de activiteit van een privédetective die ertoe is gemachtigd zijn activiteiten uit te oefenen ten behoeve van publiekrechtelijke rechtspersonen en die optreedt voor een publiekrechtelijke beroepsorganisatie die bij de wet ermee is belast onderzoek te verrichten naar schendingen van de beroepscode van een gereglementeerd beroep.


Verstößt Artikel 21 Absatz 2 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er - wie im vorliegenden Fall - dahin ausgelegt wird, dass er es ermöglicht, auf identische Weise einerseits den Verlust des Interesses einer klagenden Partei, die im Rahmen eines ordentlichen Nichtigkeitsverfahrens keinen fristgere ...[+++]

Schendt artikel 21, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer het, zoals te dezen, in die zin wordt geïnterpreteerd dat het de mogelijkheid biedt op identieke wijze, enerzijds, het verlies van belang van een verzoekende partij die niet tijdig een toelichtende memorie heeft ingediend in het kader van een gewone procedure tot nietigverklaring en, anderzijds, het verlies van belang van een verzoekende partij die niet tijdig een toelichtende memorie heeft ingediend in het k ...[+++]


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 27. Mai 2015 in Sachen Eduard Gaj gegen die Gemeinde Opglabbeek, dessen Ausfertigung am 28. Mai 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Arbeitsgericht Antwerpen, Abteilung Tongern, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstoßen Artikel 63 des Gesetzes ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 27 mei 2015 in zake Eduard Gaj tegen de gemeente Opglabbeek, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 28 mei 2015, heeft de Arbeidsrechtbank te Antwerpen, afdeling Tongeren, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schenden artikel 63 van de Arbeidsovereenkomstenwet van 3 juli 1978 en artikel 38 van de Wet Eenheidsstatuut van 26 dece ...[+++]




datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'nr 11 des angefochtenen gesetzes einerseits dreizehn' ->

Date index: 2022-04-09
w