Die Kommission wies nämlich darauf hin, dass es notwendig sein könnte, „weitere Schritte im Hinblick auf eine verbesserte justitielle Zusammenarbeit“ zu unternehmen, und empfahl außerdem in Bezug auf die Tatbestandsmerkmale von Straftaten die Annahme eines Rahmenbeschlusses, der auf die vorliegende Gemeinschaftsrichtlinie verweisen und „das Schwergewicht auf das Gebiet der organisierten Kriminalität und/oder des Terrorismus“ legen könnte.
De Commissie wees erop dat "[.] het nodig [zou] kunnen zijn in het kader van het EU-Verdrag verdere stappen te ondernemen met het oog op verbetering van de justitiële samenwerking" en zij stelde voor om, ten aanzien van de bestanddelen van strafbare feiten, een kaderbesluit aan te nemen waarin zou worden verwezen naar de betreffende communautaire richtlijn, met bijzondere nadruk "op de georganiseerde misdaad en/of het terrorisme".