(1) Ist ein Mitgliedstaat oder die Kommission der Auffassung, daß die in Artikel 5 Absatz 2 genannten harmonisierten Normen nicht voll den in Artikel 3 genannten einschlägigen grundlegenden Anforderungen entsprechen, so befaßt die Kommission oder der betreffende Mitgliedstaat den durch die Richtlinie 83/189/EWG eingesetzten Ausschuß unter Darlegung der Gründe.
1. Wanneer een Lid-Staat of de Commissie van mening is, dat de in artikel 5, lid 2, bedoelde geharmoniseerde normen niet geheel voldoen aan de relevante in artikel 3 bedoelde essentiële eisen, legt de Commissie of de Lid-Staat de kwestie met een toelichting voor aan het bij Richtlijn 83/189/EEG ingestelde comité.