Traduction de «normalerweise drei monate » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

revolvierender Drei-Monats-Swap
hernieuwbare driemaandsswap

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Sollte eine Änderung der Leitlinien für die Prüfung staatlicher Beihilfen erforderlich sein, dann werden wir einen Beschluss der Kommission vorbereiten, was normalerweise zwei bis drei Monate dauert.
Als een amendement op de richtlijnen voor staatshulp vereist is, zullen we een Commissiebesluit opstellen, dat normaliter twee of drie maanden kost.

Art. 449 - In Abweichung von Artikel 446 ist der Bedienstete auf der Grundlage der Artikel 100 und 102 des Sanierungsgesetzes vom 22. Januar 1985 über soziale Bestimmungen berechtigt, seine Laufbahn vollständig oder zu einem Fünftel, einem Viertel, einem Drittel oder der Hälfte der Dauer der Leistungen, die ihm normalerweise auferlegt werden, für aufeinander folgende oder nicht aufeinander folgende Perioden von mindestens einem Monat und höchstens drei Monaten zu unterbrechen, um einem Haushaltszugehörigen oder einem Familienangehörigen bis zum zweiten Grad, der an einer schweren Krankheit leidet, beizustehen oder ihn zu pflegen.
Art. 449. In afwijking van artikel 446 kan het personeelslid zijn loopbaan volledig of ten belope van één vijfde, één vierde, één derde of de helft van de duur van de prestaties die hen normaal worden opgelegd, onderbreken krachtens de artikelen 100 en 102 van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen voor de bijstand aan of de verzorging van een gezins- of familielid tot in de tweede graad dat aan een ernstige ziekte lijdt, per al dan niet opeenvolgende periodes van minstens één maand en maximum drie maanden.

Der Hof wird gefragt, ob Artikel 120bis der koordinierten Gesetze nicht gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, indem er eine von der in Artikel 30 § 1 des Gesetzes vom 29. Juni 1981 festgelegten allgemeinen Regel abweichende Regelung einführe, die diese Frist auf drei Jahre oder sechs Monate festlege, wenn die Zahlung nur auf einen Irrtum der Einrichtung oder Dienststelle beruht habe, den der Betroffene normalerweise nicht habe bemerken können, und die die Verjährungsfrist der Klage auf Rückzahlung von zu Unrecht gezahlten Beihilfen infolge von betrügerischen Handlungen oder von falschen oder bewusst unvollständigen Erklärungen auf fünf Jahre begrenze, während Artikel 120bis der obengenannten koordinierten Gesetze keine Frist festlege.
Het Hof wordt een vraag gesteld over het feit of artikel 120bis van de samengeordende wetten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat het een stelsel invoert dat verschilt van de algemene regel van artikel 30, § 1, van de wet van 29 juni 1981, waarbij die termijn is vastgelegd op drie jaar of op zes maanden indien de betaling enkel het gevolg is van een vergissing van de instelling of de dienst, waarvan de betrokkene zich normaalgesproken geen rekenschap kon geven, en waarbij de verjaringstermijn voor de terugvordering van uitkeringen die ten onrechte werden verkregen door bedrieglijke handelingen of door valse of opzettelijk onvolledige verklaringen, tot vijf jaar is beperkt, terwijl artikel 120bis van de voormelde samengeordende wetten die termijn niet preciseert.

- einerseits die ordentliche Verjährungsfrist, ohne dass betrügerische Absicht vorliegt, auf fünf Jahre festlegt, während Artikel 30 § 1 des vorerwähnten Gesetzes sie auf drei Jahre oder auf sechs Monate festlegt, wenn die Zahlung lediglich auf einen Irrtum der Einrichtung oder Dienststelle zurückzuführen ist, dessen sich der Betroffene normalerweise nicht bewusst sein konnte, und
- enerzijds, door de gewone verjaringstermijn, zonder dat er sprake is van bedrieglijke intentie, vast te stellen op 5 jaar, terwijl artikel 30, § 1, van de voormelde wet deze vaststelt op 3 jaar of op 6 maanden indien de betaling enkel het gevolg is van een vergissing van de instelling of de dienst waarvan de betrokkene zich normaalgesproken geen rekenschap kon geven;

Der Hof wird gefragt, ob Artikel 46bis der am 28. Juni 1971 koordinierten Gesetze über den Jahresurlaub der Lohnempfänger gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstosse, indem er hinsichtlich der Verjährung der Rückzahlung von unrechtmässig gezahltem Urlaubsgeld ein System einführe, das sich von demjenigen von Artikel 30 § 1 des Gesetzes vom 29. Juni 1981 unterscheide; während die fragliche Bestimmung diese Frist auf fünf Jahre ab dem Ende des Urlaubsjahres, auf das sich das Urlaubsgeld beziehe, oder auf zwei Jahre im Falle eines Irrtums, der auf die Urlaubskasse zurückzuführen sei, festlege, lege der vorerwähnte Artikel 30 § 1 diese Frist auf drei Jahre oder auf sechs Monate ab der Auszahlung fest, wenn diese Bezahlung auf einen Irrtum der Einrichtung oder der Dienststelle zurückzuführen sei, dessen der Betroffene sich normalerweise habe bewusst werden können.
Het Hof wordt gevraagd of artikel 46bis van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat het, op vlak van de verjaring van de terugvordering van ten onrechte betaalde vakantiegelden, een stelsel invoert dat verschilt van dat van artikel 30, § 1, van de wet van 29 juni 1981 : terwijl de in het geding zijnde bepaling die termijn vaststelt op vijf jaar vanaf het einde van het vakantiedienstjaar waarop dat vakantiegeld betrekking heeft of twee jaar in geval van een vergissing toe te schrijven aan het vakantiefonds, legt voormeld artikel 30, § 1, die termijn vast op drie jaar of op zes maanden vanaf de uitbetaling indien die betaling enkel het gevolg is van een vergissing van de instelling of de dienst, waarvan de betrokkene zich normaal geen rekenschap kon geven.

Das Verfahren sollte normalerweise drei Monate dauern [.....].
.de procedure [dient] niet meer dan drie maanden in beslag te nemen.