2. fordert alle Beteiligten auf, die Bekämpfung der Straflosigkeit zu intensivieren und die Gewalt sowie die Menschenrechtsverletzungen in der Demokratischen Republik Kongo, insbesondere in Nord-Kivu, zu beenden; betont die Notwendigkeit weiterer Bemühungen, damit der Tätigkeit bewaffneter örtlicher und ausländischer Gruppierungen im Osten der Demokratischen Republik Kongo ein Ende gesetzt wird;
2. verzoekt alle betrokkenen de strijd tegen straffeloosheid op te voeren en onmiddellijk een eind te maken aan het geweld en de schendingen van de mensenrechten in de DRC, met name in Noord-Kivu; benadrukt dat bijkomende inspanningen nodig zijn om een einde te maken aan de activiteit van plaatselijke en buitenlandse gewapende groepen in het oosten van de DRC;