11. stellt fest, dass trotz der Fortschritte bei der Reform des Justiz- und Polizeiwesens in den Bewerberländern die demokratische Funktionsfähigkeit, die Unabhängigkeit der Justiz, die Koordinierung zwischen den Dienststellen, sowie die Qualifizierung des Personals u.a. im Kampf gegen die Wirtschafts- und Finanzkriminalität noch erheblicher Verbesserungen bedürfen;
11. constateert dat ondanks de vooruitgang bij de hervorming van het justitiële en politiële systeem in de kandidaatlanden het democratische werkingsvermogen, de onafhankelijkheid van de justitie, de coördinatie tussen de instanties, alsmede de kwalificatie van het personeel, met name bij de bestrijding van de economische en financiële criminaliteit, nog aanzienlijke verbeteringen behoeven;