Es fügt dem Gesetz einen Artikel 2 hinzu, der bestimmt, dass der Staat und die Gemeinschaften weder ermächtigt sind, Steuern « in bezug auf Wasser und Abfall [zu erheben], noch Zuschlagshundertstel auf diesbezügliche Steuern und Abgaben einzunehmen, noch diesbezüglich Nachlasse zu gewähren ».
Zij voegt een artikel 2 eraan toe, dat bepaalt dat de Staat en de gemeenschappen niet gemachtigd zijn om belastingen te heffen « op de [.] materies water en afval, noch opcentiemen te heffen op belastingen en heffingen op deze materies, noch kortingen hierop toe te staan ».