Weist die Mischung nach dem Passieren der Säule eine spezifische Extinktion bei 268 nm von mehr als 0,11 auf, so ist das Aluminiumoxid geeignet, anderenfalls ist der Wasserzusatz zu erhöhen.
Indien de door de kolom gelopen vloeistof een specifieke extinctie van ten minste 0,11 bij 268 nm heeft dan kan het aluminiumhydroxide worden gebruikt, zo niet dan moet het percentage water worden opgevoerd.