(2) Die Kennzeichnung pyrotechnischer Gegenstände muss mindest
ens die Angaben zum Hersteller gemäß Artikel 8 Absatz 6 und, wenn der Hersteller
nicht in der Union niedergelassen ist, die Angaben zum
Hersteller und zum Einführer gemäß Artikel 8 Absatz 6 bzw. Artikel 12 Absatz 3, den Namen und den Typ des pyrotechnischen Gegenstands, seine Registrierungsnummer und die Produkt-, Chargen- oder Seriennummer, die Altersgrenzen nach Artike
...[+++]l 7 Absätze 1 und 2, die einschlägige Kategorie und Gebrauchsanleitung, bei Feuerwerkskörpern der Kategorien F3 und F4 das Herstellungsjahr sowie gegebenenfalls den Mindestsicherheitsabstand enthalten. Auf der Kennzeichnung ist ferner die Nettoexplosivstoffmasse (NEM) anzugeben.
2. Het etiket van pyrotechnische artikelen vermeldt ten minste de in artikel 8, lid 6, vermelde gegevens over de fabrikant en, als de fabrikant niet in de Unie is gevestigd, de in artikel 8, lid 6 respectievelijk artikel 12, lid 3, vermelde gegevens over de fabrikant en de importeur, alsook de naam en het type van het pyrotechnische artikel, het registratienummer en het product-, partij- of serienummer ervan, de in artikel 7, leden 1 en 2, genoemde minimumleeftijdsgrenzen, de desbetreffende categorie en gebruiksaanwijzingen, het productiejaar bij vuurwerk van categorie F3 en F4 en, in voorkomend geval, een minimale veiligheidsafstand.