Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "nichtigkeitsklage beim staatsrat zutage getreten " (Duits → Nederlands) :

Das Fehlen einer gesetzlichen Grundlage für die Entscheidung der Regierung der Region Brüssel-Hauptstadt vom 13. November 2008, das anlässlich einer Nichtigkeitsklage beim Staatsrat zutage getreten ist, kann nämlich nicht zur Folge haben, dass es dem Brüsseler Ordonnanzgeber unmöglich wäre, die durch dieses Fehlen entstandene Rechtsunsicherheit zu beheben.

De ontstentenis van een wettelijke grondslag voor de beslissing van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 13 november 2008, die aan het licht is gekomen naar aanleiding van een beroep tot nietigverklaring dat bij de Raad van State is ingesteld, kan immers niet tot gevolg hebben dat de Brusselse ordonnantiegever zich in de onmogelijkheid bevindt om de rechtsonzekerheid te verhelpen die uit die ontstentenis is ontstaan.


« Verstößt Artikel 2244 § 1 Absatz 3 des Zivilgesetzbuches gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, dahin ausgelegt, dass er der Nichtigkeitsklage beim Staatsrat, die zu einem Nichtigkeitsentscheid führt, nicht aber der Nichtigkeitsklage, die nicht zu einem Nichtigkeitsentscheid führt, eine verjährungsunterbrechende Wirkung verleiht?

« Schendt artikel 2244, § 1, 3de lid, van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in de lezing dat het een verjaringstuitende werking verleent aan het annulatieberoep bij de Raad van State dat leidt tot een vernietigingsarrest en niet aan het annulatieberoep dat niet leidt tot een vernietigingsarrest ?


Der Gerichtshof wird zur Vereinbarkeit der in Rede stehenden Bestimmung mit den Artikeln 10, 11 und 16 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zur Europäischen Menschenrechtskonvention befragt, insofern darin keine Aussetzung der Verfallfrist der Umweltgenehmigung während der Anhängigkeit der Nichtigkeitsklage beim Staatsrat vorgesehen sei, während in Artikel 4.6.2 § 1 Absatz 2 des Flämischen Raumordnungskodex vorgesehen sei, dass die Verfallfrist einer Städtebaugenehmigung wohl währ ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid van de in het geding zijnde bepaling met de artikelen 10, 11 en 16 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre zij niet voorziet in een schorsing van de vervaltermijn van de milieuvergunning tijdens het beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State, terwijl artikel 4.6.2, § 1, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening bepaalt dat de vervaltermijn van een stedenbou ...[+++]


In der Auslegung, die der vorlegende Richter der fraglichen Bestimmung verleiht, wird die Verfallfrist der Umweltgenehmigung nicht während der Anhängigkeit der Nichtigkeitsklage beim Staatsrat ausgesetzt.

In de interpretatie die de verwijzende rechter aan de in het geding zijnde bepaling geeft, is de vervaltermijn van de milieuvergunning niet geschorst tijdens het beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State.


Dies ist der Fall, wenn Dritte eine Nichtigkeitsklage beim Staatsrat einreichen, wodurch die Genehmigung rückgängig gemacht oder sogar zurückgezogen werden kann.

Dit is het geval wanneer derden een beroep tot nietigverklaring instellen bij de Raad van State waardoor de vergunning ongedaan kan worden gemaakt of zelfs kan worden ingetrokken.


Verstoßen die Artikel 52 Absatz 1 i.V.m. 59 Nr. 4 des Dekrets über die integrale Handelsniederlassungspolitik gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung i.V.m. Artikel 6 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention und i.V.m. dem Grundsatz der Rechtssicherheit, indem abgelaufene Handelsniederlassungsgenehmigungen wieder wirksam werden infolge eines Nichtigkeitsverfahrens beim Staatsrat, das von Interesse habenden Dritten zu einem Zeitpunkt eingeleitet wurde, zu dem diese ...[+++]

Schenden de artikelen 52, 1ste lid j° 59, 4° Handelsvestigingsdecreet de artikelen 10 en 11 Grondwet j° artikel 6, 1° EVRM j° het rechtszekerheidsbeginsel doordat vervallen handelsvestigingsvergunningen komen te herleven als gevolg van een vernietigingsprocedure bij de Raad van State die door derden-belanghebbenden werd ingesteld op een ogenblik dat dit vernietigingsberoep dergelijk effect niet had, a fortiori indien de houder van de handelsvestigingsvergunning geen gebruik heeft gemaakt van de verlengingsmogelijkheid van artikel 13 H ...[+++]


Die Wortfolge « endgültig verhängte Geldbußen bis zum 3. Juni 2011 » im Tenor des Entscheids Nr. 134/2012 vom 30. Oktober 2012 bezieht sich auf verhängte Geldbußen, die zum 3. Juni 2011 nicht mehr Gegenstand einer Nichtigkeitsklage beim Staatsrat sein können, sowie auf verhängte Geldbußen, die Gegenstand einer Nichtigkeitsklage waren, welche spätestens am 3. Juni 2011 vom Staatsrat zurückgewiesen wurde.

De woorden « geldboeten die definitief zijn uitgesproken tot 3 juni 2011 » in het dictum van het arrest nr. 134/2012 van 30 oktober 2012 beogen de uitgesproken geldboeten die op 3 juni 2011 niet meer vatbaar zijn om nog het voorwerp uit te maken van een beroep tot nietigverklaring voor de Raad van State alsook de uitgesproken geldboeten die het voorwerp hebben uitgemaakt van een beroep tot nietigverklaring dat uiterlijk op 3 juni 2011 door de Raad van State is verworpen.


Die Wortfolge « endgültig verhängte Geldbußen bis zum 3. Juni 2011 » bezieht sich auf verhängte Geldbußen, die zum 3. Juni 2011 nicht mehr Gegenstand einer Nichtigkeitsklage beim Staatsrat sein können, sowie auf verhängte Geldbußen, die Gegenstand einer Nichtigkeitsklage waren, welche spätestens am 3. Juni 2011 vom Staatsrat zurückgewiesen wurde.

De woorden « geldboeten die definitief zijn uitgesproken tot 3 juni 2011 » beogen de uitgesproken geldboeten die op 3 juni 2011 niet meer vatbaar zijn om nog het voorwerp uit te maken van een beroep tot nietigverklaring voor de Raad van State alsook de uitgesproken geldboeten die het voorwerp hebben uitgemaakt van een beroep tot nietigverklaring dat uiterlijk op 3 juni 2011 door de Raad van State is verworpen.


Beinhaltet Artikel 610 Absatz 1 des Gerichtsgesetzbuches, in Verbindung mit Artikel 1088 desselben Gesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass eine Entscheidung eines Prokurators des Königs bezüglich der Aufgaben eines Magistrats der Staatsanwaltschaft vor dem Kassationshof mit einer Nichtigkeitsklage angefochten werden kann, die nur der Generalprokurator beim Kassationshof auf Weisung des Ministers der Justiz erheben kann, und in Verbindung mit Artikel 14 § 1 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den ...[+++]

Houdt artikel 610, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gelezen in samenhang met artikel 1088 van hetzelfde wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat een beslissing van een procureur des Konings in verband met de opdrachten van een magistraat van het openbaar ministerie voor het Hof van Cassatie bestreden kan worden met een vordering tot nietigverklaring, welke alleen de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, op voorschrift van de minister van Justitie, kan instellen, en in samenhang met artikel 14, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördi ...[+++]


Beinhaltet Artikel 610 Absatz 1 des Gerichtsgesetzbuches, in Verbindung mit Artikel 1088 desselben Gesetzbuches, dahingehend ausgelegt, dass eine Entscheidung eines Prokurators des Königs bezüglich der Aufgaben eines Magistrats der Staatsanwaltschaft vor dem Kassationshof mit einer Nichtigkeitsklage angefochten werden kann, die nur der Generalprokurator beim Kassationshof auf Weisung des Ministers der Justiz erheben kann, und in Verbindung mit Artikel 14 § 1 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den ...[+++]

Houdt artikel 610, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gelezen in samenhang met artikel 1088 van hetzelfde wetboek, in die zin geïnterpreteerd dat een beslissing van een procureur des Konings in verband met de opdrachten van een magistraat van het openbaar ministerie voor het Hof van Cassatie bestreden kan worden met een vordering tot nietigverklaring, welke alleen de procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, op voorschrift van de minister van Justitie, kan instellen, en in samenhang met artikel 14, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördi ...[+++]


w