Traduction de «nicht-eu-partner ausgeweitet werden » (Allemand → Néerlandais) :

Der oben erwähnte Informationsaustausch soll auf diejenigen Nicht-EU-Partner ausgeweitet werden, die an einem integrierten Konzept interessiert sind.
De hierboven toegelichte informatie-uitwisseling zal in het kader van een geïntegreerde benadering tot deze partners worden uitgebreid. Niet-EU-partners kan in dit verband worden verzocht contactpunten aan te wijzen die, in voorkomend geval, kunnen deelnemen aan een dialoog op hoog niveau voor het hele mediterrane gebied.

Inzwischen haben sich mehrere nationale Stäbe zusammengetan, um die "Gemeinsamen operativen Erfordernisse für ein weltweit einsetzbares europäisches Satellitenbeobachtungssystem für Sicherheits- und Verteidigungszwecke (BOC)" zu definieren, das auf andere Partner ausgeweitet werden könnte.
Momenteel werkt een aantal nationale defensiestaven samen om gezamenlijk «gemeenschappelijke operationele behoeften voor een Europees mondiaal satellietobservatiesysteem voor veiligheids- en defensiedoeleinden (BOC)», vast te stellen. Bij een dergelijk systeem zouden ook andere partners kunnen worden betrokken.

Aus Gründen der Kohärenz sollten die im Rahmen der allgemeinen Regelung gewährten Zollpräferenzen nicht auf Entwicklungsländer ausgeweitet werden, die in den Genuss einer präferenziellen Marktzugangsregelung mit der Union kommen, die Zollpräferenzen in mindestens demselben Umfang vorsieht wie das praktisch den Gesamthandel abdeckende Schema.
Ter wille van de samenhang mogen de in het kader van de algemene regeling toegekende tariefpreferenties niet worden uitgebreid tot ontwikkelingslanden die een preferentiële markttoegangsregeling met de Unie genieten, die ten minste hetzelfde niveau van tariefpreferenties biedt als de regeling voor vrijwel alle handel.

« Verstößt Artikel 82 Absatz 2 des Konkursgesetzes vom 8. August 1997, dahin ausgelegt, dass der Ehepartner oder der gesetzlich zusammenwohnende Partner des für entschuldbar erklärten Konkursschuldners in Steuersachen nur von den eigenen Schulden des Konkursschuldners befreit werden kann, so dass er nicht vom Teil der Steuer in Bezug auf sein steuerpflichtiges Einkommen befreit werden kann, auch wenn diese Schuld, vor der Entschuldbarkeitserklärung, kraft Artikel 394 § 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 sowohl auf das gemeinsame oder ungeteilte Vermögen als auf das Sondergut der beiden Ehepartner oder gesetzlich zusammenwohnenden Partner beigetrieben werden konnte, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er diesen Ehepartner oder gesetzlich zusammenwohnenden Partner unterschiedlich behandelt im Vergleich zum Ehepartner oder gesetzlich zusammenwohnenden Partner eines für entschuldbar erklärten Konkursschuldners, der von jeder anderen Schuld des Konkursschuldners befreit ist, unabhängig davon, ob diese dem Konkursschuldner eigen ist oder nicht, oder sogar im ausschließlichen Interesse des Vermögens des Ehepartners oder gesetzlich zusammenwohnenden Partners eingegangen wurde, während es sowohl im einen wie im anderen Fall um Schulden geht, die auf das Vermögen des Konkursschuldners beigetrieben werden können?
« Schendt artikel 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, in die zin geïnterpreteerd dat de echtgenoot of de wettelijk samenwonende van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde, in fiscale zaken, alleen kan worden bevrijd van de eigen schulden van de gefailleerde, zodat hij niet kan worden bevrijd van het gedeelte van de belasting in verband met zijn belastbare inkomsten, ook al kon die schuld, op grond van artikel 394, § 1, van het WIB 1992, vóór de verklaring van verschoonbaarheid worden verhaald op zowel het gemeenschappelijke of onverdeelde vermogen, als de eigen goederen van beide echtgenoten of wettelijk samenwonenden, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het die echtgenoot of wettelijk samenwonende anders behandelt dan de echtgenoot of wettelijk samenwonende van een verschoonbaar verklaarde gefailleerde die wordt bevrijd van elke andere schuld van de gefailleerde, ongeacht of die al dan niet eigen is aan de gefailleerde of zelfs uitsluitend is aangegaan in het belang van het vermogen van de echtgenoot of van de wettelijk samenwonende, terwijl het in beide gevallen gaat om schulden die op het vermogen van de gefailleerde kunnen worden verhaald ?

Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Entscheid vom 17. März 2016 in Sachen Fabian Dubucq gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 21. März 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Lüttich folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 82 Absatz 2 des Konkursgesetzes vom 8. August 1997, dahin ausgelegt, dass der Ehepartner oder der gesetzlich zusammenwohnende Partner des für entschuldbar erklärten Konkursschuldners in Steuersachen nur von den eigenen Schulden des Konkursschuldners befreit werden kann, so dass er nicht vom Teil der Steuer in Bezug auf sein steuerpflichtiges Einkommen befreit werden kann, auch wenn diese Schuld, vor der Entschuldbarkeitserklärung, kraft Artikel 394 § 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 sowohl auf das gemeinsame oder ungeteilte Vermögen als auf die eigenen Güter der beiden Ehepartner oder gesetzlich zusammenwohnenden Partner beigetrieben werden konnte, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem er diesen Ehepartner oder gesetzlich zusammenwohnenden Partner unterschiedlich behandelt im Vergleich zum Ehepartner oder gesetzlich zusammenwohnenden Partner eines für entschuldbar erklärten Konkursschuldners, der von jeder anderen Schuld des Konkursschuldners befreit ist, unabhängig davon, ob diese dem Konkursschuldner eigen ist oder nicht, oder sogar im ausschließlichen Interesse des Vermögens des Ehepartners oder gesetzlich zusammenwohnenden Partners eingegangen wurde, während es sowohl im einen wie im anderen Fall um Schulden geht, die auf das Vermögen des Konkursschuldners beigetrieben werden können?
Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij arrest van 17 maart 2016 in zake Fabian Dubucq tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 maart 2016, heeft het Hof van Beroep te Luik de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, in die zin geïnterpreteerd dat de echtgenoot of de wettelijk samenwonende van de verschoonbaar verklaarde gefailleerde, in fiscale zaken, alleen kan worden bevrijd van de eigen schulden van de gefailleerde, zodat hij niet kan worden bevrijd van het gedeelte van de belasting in verband met zijn belastbare inkomsten, ook al kon die schuld, op grond van artikel 394, § 1, van het WIB 1992, vóór de verklaring van verschoonbaarheid worden verhaald op zowel het gemeenschappelijke of onverdeelde vermogen, als de eigen goederen van beide echtgenoten of wettelijk samenwonenden, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het die echtgenoot of wettelijk samenwonende anders behandelt dan de echtgenoot of wettelijk samenwonende van een verschoonbaar verklaarde gefailleerde die wordt bevrijd van elke andere schuld van de gefailleerde, ongeacht of die al dan niet eigen is aan de gefailleerde of zelfs uitsluitend is aangegaan in het belang van het vermogen van de echtgenoot of van de wettelijk samenwonende, terwijl het in beide gevallen gaat om schulden die op het vermogen van de gefailleerde kunnen worden verhaald ?

Gleichzeitig sollte die Ausnahmeregelung für an der Ausübung der Klimapolitik der Union beteiligte öffentliche Gremien nicht auf Fälle ausgeweitet werden, in denen diese öffentlichen Gremien sich an einer Maßnahme oder an Transaktionen beteiligen, die nicht in den Rahmen der Ausübung der Klimapolitik der Union gehören, oder in denen physische Personen, die für eine dieser Gremien tätig sind, sich an einer Maßnahme oder Transaktion im eigenen Interesse beteiligen.
Tegelijkertijd mag de vrijstelling voor overheidsinstanties die het klimaatbeleid van de Unie uitvoeren niet gelden voor gevallen waarin die overheidsinstanties handelingen of transacties verrichten die geen verband houden met de uitvoering van het klimaatbeleid van de Unie of indien personen die voor één van deze instanties werkzaam zijn handelingen of transacties verrichten op persoonlijke titel.

Daher kann der in Art. 13 Abs. 1 Buchst. b der Universaldienstrichtlinie vorgesehene Finanzierungsmechanismus auf solche Dienste nicht ausgeweitet werden.
De in artikel 13, lid 1, onder b), van de universeledienstrichtlijn bedoelde financieringsregeling mag dus niet worden uitgebreid tot dergelijke diensten.

6. verweist darauf, dass die Öffnung des europäischen Marktes nicht zu Lasten der Sicherheit der Verbraucher gehen darf; unterstreicht die Bedeutung der Zusammenarbeit zwischen Zoll- und Marktüberwachungsbehörden bei der Durchführung angemessener Kontrollen von auf das Gebiet der Gemeinschaft gelangenden Produkten an den Außengrenzen und wünscht eine Stärkung der Rolle der Kommission in dieser Hinsicht; begrüßt die ausgezeichnete Zusammenarbeit zwischen dem Europäischen Parlament, der Europäischen Kommission und der US-amerikanischen Kommission zur Sicherheit von Verbraucherprodukten auf dem Gebiet der Produktsicherheit; begrüßt die Zusammenarbeit, die schrittweise zwischen dem IMCO-Ausschuss und Ländern wie Indien und China in diesem Bereich aufgenommen wird; ist der Auffassung, dass solche Formen der Zusammenarbeit verstärkt und im Zusammenhang mit der Aushandlung von Handelsabkommen auf andere Partner ausgeweitet werden müssten;
6. herinnert eraan dat de openstelling van de Europese markt de veiligheid van de consumenten niet in het gedrang mag brengen; wijst eens te meer op het belang van samenwerking tussen douane-instanties en markttoezichtautoriteiten aan de buitengrenzen, zodat adequate controles kunnen worden uitgevoerd op producten die de Unie binnenkomen, en wenst dat de rol van de Commissie op dit gebied wordt versterkt; is ingenomen met de uitstekende samenwerking tussen het Europees Parlement, de Europese Commissie en de U.S. Consumer Product Safety Commission op het gebied van productveiligheid; is ingenomen met de samenwerking die op dit gebied geleidelijk tot stand komt tussen zijn Commissie interne markt en consumentenbescherming en landen zoals India en China; is van oordeel dat dergelijke samenwerkingsvormen in het kader van de onderhandelingen over handelsovereenkomsten moeten worden versterkt en uitgebreid tot andere partners;

Fonds und Verwalter mit Sitz in Drittländern: Vorbehaltlich der in der Richtlinie festgelegten Bedingungen kann der „Pass“ auf Nicht-EU-AIFM und auf den Vertrieb von Nicht-EU-Fonds, die entweder von einem EU- oder Nicht-EU-AIFM verwaltet werden, ausgeweitet werden.
Fondsen en beheerders gevestigd in niet-EU-landen: behoudens de in de richtlijn uiteengezette voorwaarden kan het „paspoort” worden uitgebreid naar BAB's van niet-EU-landen en naar de verhandeling van niet-EU-fondsen die worden beheerd door BAB's van EU- of niet-EU-landen.

Erteilt der Herkunftsmitgliedstaat eine solche Befreiung, so kann diese nicht auf Schuldtitel ausgeweitet werden, die zu einem späteren Zeitpunkt zum Handel an einem geregelten Markt zugelassen werden.
Indien de lidstaat van herkomst een dergelijke ontheffing verleent, mag deze niet gelden voor obligaties die in later stadium zullen worden toegelaten tot een gereguleerde markt.