Traduction de «nicht nachhaltigen landwirtschaftlichen » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Schaffung von nicht-landwirtschaftlichen Arbeitsplätzen
aantal arbeidsplaatsen gecreëerd buiten de landbouwsector

Ausschuss für horizontale Fragen des Handels mit landwirtschaftlichen Verarbeitungserzeugnissen, die nicht unter Anhang I fallen
Comité voor horizontale vraagstukken inzake het handelsverkeer in verwerkte landbouwproducten die niet onder bijlage I vallen

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

c) Gewährleistung einer nachhaltigen Versorgung mit nicht-energetischen und nicht-landwirtschaftlichen Rohstoffen
c) Het duurzame aanbod van niet-energetische en niet-agrarische grondstoffen waarborgen

Gewährleistung einer nachhaltigen Versorgung mit nicht-energetischen und nicht-landwirtschaftlichen Rohstoffen
Het duurzame aanbod van niet-energetische en niet-agrarische grondstoffen waarborgen

5. erkennt an, dass die Verringerung der Verschwendung von Lebensmitteln erhebliche Umweltvorteile bietet, da nicht nur die negativen Auswirkungen der Abfallbeseitigung vermieden werden, sondern auch beim Produktionsprozess Einsparungen hinsichtlich Energie, Emissionen, Wasser- und Flächenverbrauch erzielt werden und die negativen Auswirkungen von potenziell nicht nachhaltigen landwirtschaftlichen Produktionsverfahren wie Wasserschmutzung und Verlust an biologischer Vielfalt vermieden werden;
5. erkent dat minder voedselafval aanzienlijke voordelen voor het milieu heeft, niet alleen omdat de negatieve gevolgen van afvalverwerking worden voorkomen, maar ook omdat dit gepaard gaat met minder uitstoot en minder energie-, water- en grondgebruik tijdens het productieproces en omdat de negatieve gevolgen van eventuele niet-duurzame landbouwproductiepraktijken worden voorkomen, zoals waterverontreiniging en biodiversiteitsverlies;

3. betont, dass übermäßige Einfuhren von Eiweißpflanzen den europäischen Tierhaltungssektor anfällig gemacht haben, zu den großen Preisschwankungen beigetragen haben und damit die Rentabilität insbesondere von kleinen und mittleren Tierhaltungsbetrieben niedrig gehalten und zugleich zu nicht nachhaltigen landwirtschaftlichen Produktionsverfahren in Drittländern geführt haben;
3. onderstreept dat de overmatige import van eiwithoudende gewassen de Europese veeteeltsector kwetsbaar heeft gemaakt, heeft bijgedragen tot het ontstaan van grootschalige prijsschommelingen en daardoor tot inperking van de winstmogelijkheden, met name voor kleine en middelgrote veehouderijen, en daarnaast in derde landen ook heeft geleid tot landbouwmethoden die op termijn onhoudbaar zijn;

5. nimmt mit Besorgnis die ausufernden Kosten der landwirtschaftlichen Produktionsfaktoren (zum Beispiel Preissteigerungen bei Düngemitteln und Saatgut) zur Kenntnis, die sich in einer Erhöhung der Kosten niedergeschlagen haben, welche nicht für alle Landwirte (insbesondere im Sektor Tierhaltung) in gleicher Weise aufgewogen wurde, und die jeden möglichen Zuwachs bei den Einkommen in der Landwirtschaft, der sich aus den höheren Rohstoff- und Nahrungsmittelpreisen hätte ergeben können, erheblich geschmälert haben und dadurch den Anreiz zur Steigerung einer nachhaltigen landwirtschaftlichen Erzeugung verringern; befürchtet, dass dramatische Steigerungen der Faktorpreise zu geringerer Nutzung und möglicherweise zu einer Einschränkung der Produktion führen könnten, was die Nahrungsmittelkrise in der Europäischen Union und weltweit noch verschärfen würde;
5. ziet met bezorgdheid de escalerende kosten van landbouwgrondstoffen (prijsstijgingen voor mest en zaden), die hebben geleid tot een kostenverhoging waarvoor de boeren (met name de veehouders) niet allemaal een gelijke compensatie hebben ontvangen en die een potentiële stijging van de landbouwinkomens als gevolg van hogere product- en voedselprijzen in aanzienlijke mate teniet heeft gedaan, waardoor de prikkel om de duurzame landbouwproductie te verhogen werd verminderd; is bezorgd dat de dramatische stijging van de inputprijzen resulteert in een verminderd gebruik van inputs en mogelijk een verminderde output, die de voedselcrisis in Europa en de rest van de wereld zou verscherpen;

5. nimmt mit Besorgnis die ausufernden Kosten der landwirtschaftlichen Produktionsfaktoren (Preissteigerungen bei Düngemitteln, Saatgut usw.) zur Kenntnis, die sich in einer Erhöhung der Kosten niedergeschlagen haben, welche nicht für alle Landwirte (insbesondere im Sektor Tierhaltung) in gleicher Weise aufgewogen wurde, und die jeden möglichen Zuwachs bei den Einkommen in der Landwirtschaft, der sich aus den höheren Rohstoff- und Nahrungsmittelpreisen hätte ergeben können, erheblich geschmälert haben und dadurch den Anreiz zur Steigerung einer nachhaltigen landwirtschaftlichen Erzeugung zunichte machen; befürchtet, dass dramatische Steigerungen der Faktorpreise zu geringerer Nutzung und möglicherweise zu einer Einschränkung der Produktion führen könnten, die die Nahrungsmittelkrise in der EU und weltweit noch verschärft;
5. ziet met bezorgdheid de escalerende kosten van landbouwgrondstoffen (prijsstijgingen voor mest, zaden enz.), die hebben geleid tot een kostenverhoging waarvoor de boeren (met name de veehouders) niet allemaal een gelijke compensatie hebben ontvangen en die een potentiële stijging van de landbouwinkomens als gevolg van hogere product- en voedselprijzen in aanzienlijke mate teniet heeft gedaan, waardoor de prikkel om de duurzame landbouwproductie te verhogen werd verminderd; is bezorgd dat de dramatische stijging van de inputprijzen resulteert in een verminderd gebruik van inputs en mogelijk een verminderde output, die de voedselcrisis in Europa en de rest van de wereld zou verscherpen;

o)Verwendung von Futtermitteln in der Aquakultur, die gemäß der nachhaltigen Nutzung der Fischereiressourcen im Sinne des Artikels 3 der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 des Rates vom 20. Dezember 2002 über die Erhaltung und nachhaltige Nutzung der Fischereiressourcen im Rahmen der gemeinsamen Fischereipolitik gewonnen wurden, oder von ökologischen/biologischen Futtermitteln, die sich aus Ausgangserzeugnissen aus dem ökologischen/biologischen Landbau und aus natürlichen, nicht landwirtschaftlichen Stoffen zusammensetzen.
o)het voederen van aquatische organismen met voeder dat afkomstig is uit de duurzame exploitatie van visbestanden zoals omschreven in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid of met biologisch voeder dat samengesteld is uit landbouwingrediënten afkomstig van de biologische landbouw en uit natuurlijke stoffen van niet-agrarische oorsprong.

Verwendung von Futtermitteln in der Aquakultur, die gemäß der nachhaltigen Nutzung der Fischereiressourcen im Sinne des Artikels 3 der Verordnung (EG) Nr. 2371/2002 des Rates vom 20. Dezember 2002 über die Erhaltung und nachhaltige Nutzung der Fischereiressourcen im Rahmen der gemeinsamen Fischereipolitik gewonnen wurden, oder von ökologischen/biologischen Futtermitteln, die sich aus Ausgangserzeugnissen aus dem ökologischen/biologischen Landbau und aus natürlichen, nicht landwirtschaftlichen Stoffen zusammensetzen.
het voederen van aquatische organismen met voeder dat afkomstig is uit de duurzame exploitatie van visbestanden zoals omschreven in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2371/2002 van de Raad van 20 december 2002 inzake de instandhouding en de duurzame exploitatie van de visbestanden in het kader van het gemeenschappelijk visserijbeleid of met biologisch voeder dat samengesteld is uit landbouwingrediënten afkomstig van de biologische landbouw en uit natuurlijke stoffen van niet-agrarische oorsprong.

eine Diversifizierung hin zu nicht landwirtschaftlichen Tätigkeiten, die Unterstützung der Gründung und Entwicklung von Kleinstunternehmen, die Förderung des Fremdenverkehrs sowie den Schutz, die Aufwertung und die Bewirtschaftung des natürlichen Erbes als Beitrag zu einer nachhaltigen Wirtschaftsentwicklung.
diversificatie naar niet-agrarische activiteiten, steun voor de oprichting en de ontwikkeling van micro-ondernemingen, bevordering van toeristische activiteiten alsook bescherming, valorisatie en beheer van het natuurlijke erfgoed om zo bij te dragen tot een duurzame economische ontwikkeling.