Bei dem originierenden Kreditinstitut wird auch davon ausgegangen, dass es eine anteilige Forderung gegenüber den nicht gezogenen Beträgen der Kreditlinien hat, deren gezogene Beträge in die Verbriefung veräußert wurden, die einem Betrag entspricht, der dem in Nummer 70 Buchstabe b genannten gleichwertig ist.
De initiërende kredietinstelling wordt tevens geacht een positie in te nemen die evenredig is met de niet-opgenomen bedragen van de kredietlijnen waarvan de opgenomen bedragen in het kader van de securitisatie zijn verkocht tot een bedrag dat gelijk is aan het in punt 70, onder b), bedoelde bedrag.