Traduction de «nicht genügen indem » (Allemand → Néerlandais) :

Im zweiten Teil des ersten Klagegrunds macht die klagende Partei einen Verstoß gegen das in den Artikeln 12 und 14 der Verfassung enthaltene Legalitätsprinzip geltend, an sich oder in Verbindung mit Artikel 7 Absatz 1 der Europäischen Menschenrechtskonvention und Artikel 15 des Internationalen Paktes über bürgerliche und politische Rechte, indem der angefochtene Artikel sich darauf beschränke, die Kategorien der Bedingungen für die Vermietung von Wohnungen zu bestimmen, und die Gestaltung dieser Kategorien der ausführenden Gewalt überlasse, während die Vermietung von Zimmern, die den in Artikel 5 § 1 des flämischen Wohngesetzbuches festgelegten Anforderungen nicht genügen würden, durch Artikel 20 desselben Gesetzbuches unter Strafe gestellt werde.
In het tweede onderdeel van het eerste middel voert de verzoekende partij de schending aan van het wettigheidsbeginsel vervat in de artikelen 12 en 14 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 7.1 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met artikel 15 van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, doordat het bestreden artikel zich ertoe beperkt de categorieën van voorwaarden voor de verhuur van woningen te bepalen en de invulling van die categorieën aan de uitvoerende macht overlaat, terwijl het verhuren van kamers die niet voldoen aan de in artikel 5, § 1, van de Vlaamse Wooncode bepaalde vereisten bij artikel 20 van diezelfde Code strafbaar is gesteld.

Das Parlament hat fünf Entschließungen als Reaktion auf die Entwürfe für Entscheidungen der Kommission im Rahmen des DCI angenommen, da diese Entwürfe Maßnahmen enthielten, die den Kriterien für die öffentliche Entwicklungshilfe nicht genügen, indem sie beispielsweise zur Umverteilung von für die Beseitigung der Armut und die Erreichung der Millennium-Entwicklungsziele vorgesehenen Mitteln zugunsten anderer Ziele führen.
Het Europees Parlement heeft vijf resoluties aangenomen waarin bezwaar wordt gemaakt tegen ontwerpbesluiten van de Commissie in het kader van het DCI, aangezien zij maatregelen bevatten die niet aan de ODA-vereisten voldoen, zodat middelen die bestemd zijn voor de strijd tegen armoede en de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling een andere bestemming krijgen.

« Verstösst Artikel 7 § 1 [zu lesen ist: § 14] des Erlassgesetzes vom 28. Dezember 1944, eingefügt durch Artikel 114 des Programmgesetzes vom 22. August [zu lesen ist: 2. August] 2002, durch den Artikel 43 des königlichen Erlasses vom 25. November 1991 zur Regelung der Arbeitslosigkeit eine gesetzliche Grundlage verliehen wurde, gegen die Artikel 10, 11, 23 und 191 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention sowie mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention dadurch, dass diese Bestimmung Ausländern zusätzliche Bedingungen für die Zulassung zum Recht auf Arbeitslosengeld auferlegt, indem sie vorschreibt, dass sie neben den anderen Zulassungsbedingungen den Rechtsvorschriften über den Aufenthalt und die Beschäftigung ausländischer Arbeitnehmer genügen müssen, und zwar auch im Falle von Asylbewerbern oder Ausländern mit Aufenthaltserlaubnis aus humanitären Gründen aufgrund von Artikel 9 Absatz 3 des Ausländergesetzes vom 15. Dezember 1980, die wegen fehlender Ausführungserlasse den Rechtsvorschriften über die Beschäftigung ausländischer Arbeitnehmer nicht genügen können, während für Belgier die gegen andere arbeitsrechtliche Regelungen verstossende Beschäftigung sich nicht auf die Zulassung zum Recht auf Arbeitslosengeld und den Bezug desselben auswirkt?
« Schendt artikel 7, § 1 [lees : § 14], van de besluitwet van 28 december 1944 zoals ingevoerd bij artikel 114 van de programmawet van 22 augustus [lees : 2 augustus] 2002, waarbij een wettelijke grondslag werd gegeven aan artikel 43 van het Werkloosheidsbesluit (koninklijk besluit van 25 november 1991) de artikelen 10, 11, 23 en 191 van de Grondwet, in samenlezing met artikel 14 en van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in combinatie met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat verdrag doordat die bepaling aan vreemdelingen bijkomende voorwaarden oplegt voor de toelaatbaarheid tot het recht op werkloosheidsuitkeringen, door te vereisen dat zij naast de andere toelaatbaarheidsvereisten, dienen te voldoen aan de wetgeving op het verblijf en de tewerkstelling der vreemde werknemers, zelfs in het geval van kandidaat-vluchtelingen of vreemdelingen gemachtigd tot verblijf wegens humanitaire redenen op grond van artikel 9, derde lid, van de vreemdelingenwet van 15 december 1980 en die wegens het uitblijven van uitvoeringsbesluiten niet kunnen voldoen aan de wetgeving tot tewerkstelling van vreemde werknemers, terwijl voor Belgen de tewerkstelling in strijd met andere arbeidsrechtelijke regelingen geen invloed heeft op de toelaatbaarheid en het genot van het recht op werkloosheidsuitkeringen ?

Der vorlegende Richter fragt den Hof, ob die betreffende Bestimmung « gegen die Artikel 10, 11, 23 und 191 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention sowie mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention dadurch [verstosse], dass diese Bestimmung Ausländern zusätzliche Bedingungen für die Zulassung zum Recht auf Arbeitslosengeld auferlegt, indem sie vorschreibt, dass sie neben den anderen Zulassungsbedingungen den Rechtsvorschriften über den Aufenthalt und die Beschäftigung ausländischer Arbeitnehmer genügen müssen, und zwar auch im Falle von Asylbewerbern oder Ausländern mit Aufenthaltserlaubnis aus humanitären Gründen aufgrund von Artikel 9 Absatz 3 des [Gesetzes vom 15. Dezember 1980 über die Einreise ins Staatsgebiet, den Aufenthalt, die Niederlassung und das Entfernen von Ausländern (weiter unten: Ausländergesetz)], die wegen fehlender Ausführungserlasse den Rechtsvorschriften über die Beschäftigung ausländischer Arbeitnehmer nicht genügen können, während für Belgier die gegen andere arbeitsrechtliche Regelungen verstossende Beschäftigung sich nicht auf die Zulassung zum Recht auf Arbeitslosengeld und den Bezug desselben auswirkt ».
De verwijzende rechter vraagt het Hof of de in het geding zijnde bepaling een schending inhoudt van « de artikelen 10, 11, 23 en 191 van de Grondwet, in samenlezing met artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in combinatie met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat Verdrag doordat die bepaling aan vreemdelingen bijkomende voorwaarden oplegt voor de toelaatbaarheid tot het recht op werkloosheidsuitkeringen, door te vereisen dat zij naast de andere toelaatbaarheidsvereisten, dienen te voldoen aan de wetgeving op het verblijf en de tewerkstelling der vreemde werknemers, zelfs in het geval van kandidaat-vluchtelingen of vreemdelingen gemachtigd tot verblijf wegens humanitaire redenen op grond van artikel 9, derde lid, van de [wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna : de Vreemdelingenwet)] en die wegens het uitblijven van uitvoeringsbesluiten niet kunnen voldoen aan de wetgeving tot tewerkstelling van vreemde werknemers, terwijl voor Belgen de tewerkstelling in strijd met andere arbeidsrechtelijke regelingen geen invloed heeft op de toelaatbaarheid en het genot van het recht op werkloosheidsuitkeringen ».

« Verstösst Artikel 7 § 1 [zu lesen ist: § 14] des Erlassgesetzes vom 28hhhhqDezember 1944, eingefügt durch Artikel 114 des Programmgesetzes vom 22hhhhqAugust [zu lesen ist: 2. August] 2002, durch den Artikel 43 des königlichen Erlasses vom 25hhhhqNovember 1991 zur Regelung der Arbeitslosigkeit eine gesetzliche Grundlage verliehen wurde, gegen die Artikel 10, 11, 23 und 191 der Verfassung in Verbindung mit Artikel 14 der Europäischen Menschenrechtskonvention sowie mit Artikel 1 des ersten Zusatzprotokolls zu dieser Konvention dadurch, dass diese Bestimmung Ausländern zusätzliche Bedingungen für die Zulassung zum Recht auf Arbeitslosengeld auferlegt, indem sie vorschreibt, dass sie neben den anderen Zulassungsbedingungen den Rechtsvorschriften über den Aufenthalt und die Beschäftigung ausländischer Arbeitnehmer genügen müssen, und zwar auch im Falle von Asylbewerbern oder Ausländern mit Aufenthaltserlaubnis aus humanitären Gründen aufgrund von Artikel 9 Absatz 3 des Ausländergesetzes vom 15hhhhqDezember 1980, die wegen fehlender Ausführungserlasse den Rechtsvorschriften über die Beschäftigung ausländischer Arbeitnehmer nicht genügen können, während für Belgier die gegen andere arbeitsrechtliche Regelungen verstossende Beschäftigung sich nicht auf die Zulassung zum Recht auf Arbeitslosengeld und den Bezug desselben auswirkt?
« Schendt artikel 7, § 1 [lees : § 14], van de besluitwet van 28 december 1944 zoals ingevoerd bij artikel 114 van de programmawet van 22 augustus [lees : 2 augustus] 2002, waarbij een wettelijke grondslag werd gegeven aan artikel 43 van het Werkloosheidsbesluit (koninklijk besluit van 25 november 1991) de artikelen 10, 11, 23 en 191 van de Grondwet, in samenlezing met artikel 14 en van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in combinatie met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij dat verdrag doordat die bepaling aan vreemdelingen bijkomende voorwaarden oplegt voor de toelaatbaarheid tot het recht op werkloosheidsuitkeringen, door te vereisen dat zij naast de andere toelaatbaarheidsvereisten, dienen te voldoen aan de wetgeving op het verblijf en de tewerkstelling der vreemde werknemers, zelfs in het geval van kandidaat-vluchtelingen of vreemdelingen gemachtigd tot verblijf wegens humanitaire redenen op grond van artikel 9, derde lid, van de vreemdelingenwet van 15 december 1980 en die wegens het uitblijven van uitvoeringsbesluiten niet kunnen voldoen aan de wetgeving tot tewerkstelling van vreemde werknemers, terwijl voor Belgen de tewerkstelling in strijd met andere arbeidsrechtelijke regelingen geen invloed heeft op de toelaatbaarheid en het genot van het recht op werkloosheidsuitkeringen ?

Aber ich akzeptiere nicht die Idee, dass man unsere Fußballclubs finanziert und damit die Bildungsanstrengungen zunichte macht, die einige Clubs unternehmen, indem sie Jungen aufnehmen, die in ihrem Club bleiben müssen, um der Bildungsanforderung zu genügen. Eine sportliche Ausnahme, die besagt, dass der Sport nicht einfach der Marktwirtschaft unterliegt, müsste alle europäischen Abgeordneten zusammenführen.
Een uitzondering voor sport, die als gevolg heeft dat de markteconomie niet van toepassing is op sport, moet de steun van alle europarlementariërs hebben.

Als vorläufige Schlussfolgerung ist festzustellen, dass nicht alle Unternehmen dieser Vorschrift genügen, indem sie entweder einen Arbeitnehmer benennen, der sich um die Verhütung von Gefahren am Arbeitsplatz kümmert, oder bei Fehlen von Fachpersonal einen außerbetrieblichen Schutz- und Präventionsdienst hinzuziehen.
De voorlopige conclusie is dat niet alle ondernemingen deze bepaling uitvoeren door een werknemer aan te wijzen die zich bezighoudt met de preventie van beroepsrisico's of, als bevoegd personeel ontbreekt, een beroep te doen op een externe beschermings- en preventiedienst.

25. unterstützt den Vorschlag der Kommission, ein koordiniertes Vorgehen der EU-Mitgliedstaaten einzuführen, um die verschiedenen Möglichkeiten zu untersuchen und zu prüfen, welche Maßnahmen ergriffen werden können, um ihre Küstengewässer, insbesondere die Hoheitsgewässer und ausschließlichen Wirtschaftszonen, vor Schiffen zu schützen, die eine Bedrohung für die Meeresumwelt darstellen, indem die Küstenstaaten dazu verpflichtet werden, Schiffen, von denen eindeutig eine Gefahr für die Umwelt ausgeht und die den Mindestsicherheitsstandards nicht genügen, den Zugang zu ihren Küstengewässern zu verweigern;
25. steunt het voorstel van de Commissie een gecoördineerde actie van de lidstaten te beginnen om te bekijken welke verschillende formules het mogelijk moeten maken maatregelen te nemen ter bescherming van hun kustwateren, vooral de territoriale wateren en de exclusieve economische zone, tegen schepen die een bedreiging vormen voor het zeemilieu, door de kustlanden te verplichten de toegang tot hun kustwateren te ontzeggen aan schepen die duidelijk een gevaar inhouden voor het milieu en die zich niet houden aan de meest elementaire veiligheidsvoorschriften;

36. unterstützt den Vorschlag der Kommission nach einem koordinierten Vorgehen der EU-Mitgliedstaaten, um die verschiedenen Möglichkeiten zu prüfen und aufzugreifen, die der EU zur Verfügung stehen, um ihre Küstengewässer, einschließlich der Hoheitsgewässer und der ausschließlichen Wirtschaftszonen, vor Schiffen zu schützen, die eine Bedrohung für die Meeresumwelt darstellen, indem die Küstenstaaten dazu verpflichtet werden, Schiffe, von denen eindeutig eine Gefahr für die Umwelt ausgeht und die den Mindestsicherheitsstandards nicht genügen, aus ihren Küstengewässern auszuschließen;
36. steunt het voorstel van de Commissie een gecoördineerde actie van de lidstaten te beginnen om te bekijken welke verschillende formules het mogelijk moeten maken maatregelen te nemen ter bescherming van hun kustwateren, vooral de territoriale wateren en de exclusieve economische zone, tegen schepen die een bedreiging vormen voor het zeemilieu, door de kustlanden te verplichten de toegang tot hun kustwateren te ontzeggen aan schepen die duidelijk een gevaar inhouden voor het milieu en die zich niet houden aan de meest elementaire veiligheidsvoorschriften;

6. unterstützt den Vorschlag der Kommission nach einem koordinierten Vorgehen der EU-Mitgliedstaaten, um die verschiedenen Möglichkeiten zu prüfen und aufzugreifen, die der EU zur Verfügung stehen, um ihre Küstengewässer, einschließlich der Hoheitsgewässer und der ausschließlichen Wirtschaftszonen, vor Schiffen zu schützen, die eine Bedrohung für die Meeresumwelt darstellen, indem die Küstenstaaten dazu verpflichtet werden, Schiffe, von denen eindeutig eine Gefahr für die Umwelt ausgeht und die den Mindestsicherheitsstandards nicht genügen, aus ihren Küstengewässern auszuschließen;
6. steunt het voorstel van de Commissie een gecoördineerde actie van de lidstaten te beginnen om te bekijken welke verschillende formules het mogelijk moeten maken maatregelen te nemen ter bescherming van hun kustwateren, vooral de territoriale wateren en de exclusieve economische zone, tegen schepen die een bedreiging vormen voor het zeemilieu, door de kustlanden te verplichten de toegang tot hun kustwateren te ontzeggen aan schepen die duidelijk een gevaar inhouden voor het milieu en die zich niet houden aan de meest elementaire veiligheidsvoorschriften;