Sie bezögen nämlich die integralen Alters- und Hinterbliebenenrenten (Artikel 3 Buchstabe a des Gesetzes) und die Zulagen und Rentenerhöhungen im Verhältnis zu den durch Belgien zurückverlangten Reserven der Einrichtungen (Artikel 3 Buchstaben b bis e), und demnach werde ihnen nur die Indexierung verweigert, die nicht Gegenstand irgend eines erworbenen Rechts auf der Grundlage der kolonialen Gesetzgebung gewesen sei.
Zij genieten immers de integrale betaling van de ouderdomsrenten en de overlevingsrenten (artikel 3, littera a, van de wet), de betaling van de rentetoelagen en -verhogingen in verhouding tot de door België teruggevorderde reserves van de instellingen (artikel 3, litterae b tot e) en bijgevolg wordt hun slechts het enkele genot van de indexering geweigerd, hetwelk niet het voorwerp uitmaakte van enig verkregen recht op basis van de koloniale wetgeving.