Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «nicht erworben habe » (Allemand → Néerlandais) :

Der vorlegende Richter möchte vom Gerichtshof vernehmen, ob die fraglichen Bestimmungen gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit den Artikeln 2 und 3 des Übereinkommens über die Rechte des Kindes, verstießen, indem eine Person, die garantierte Familienleistungen habe beanspruchen können und die infolge der Beantragung von Arbeitslosengeld ein Anrecht auf Familienbeihilfen im System des AFBG in der Eigenschaft als nicht entschädigungsberechtigter Arbeitsloser ...[+++]

De verwijzende rechter wenst van het Hof te vernemen of de in het geding zijnde bepalingen een schending inhouden van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 2 en 3 van het Verdrag inzake de rechten van het kind, doordat een persoon die gerechtigd was op gewaarborgde gezinsbijslag en die ingevolge het aanvragen van een werkloosheidsuitkering een recht op kinderbijslag opent in het stelsel van de AKBW in de hoedanigheid van niet-uitkeringsgerechtigde werkloze, zijn recht op gewaarborgde gezinsbijslag verliest en enkel nog gerechtigd is op een lagere kinderbijslag toegekend krachtens het alg ...[+++]


Die Antragsteller wandten zudem ein, dass der ausführende Hersteller nicht die internationalen Buchführungsgrundsätze nach Artikel 2 Absatz 7 Buchstabe c zweiter Gedankenstrich der Grundverordnung einhalte, da er bei einem Tausch von Vermögenswerten, bei dem ein zuvor erworbenes Landnutzungsrecht gegen ein besser geeignetes Recht getauscht worden sei, die Wertsteigerung und/oder Wertminderung nicht aufgezeichnet habe.

De klagers hebben ook aangevoerd dat de producent-exporteur niet heeft voldaan aan de internationale standaarden voor jaarrekeningen, zoals bepaald in artikel 2, lid 7, onder c), tweede streepje, van de basisverordening, aangezien hij geen waardevermeerdering en/of -vermindering heeft geboekt bij een uitwisseling van activa waarbij een eerder verworven grondgebruiksrecht voor een geschikter recht werd gewisseld.


Sie betonten, dass das Land durch den Abschluss der Vereinbarung über Marketingdienstleistungen lediglich Marketingdienstleistungen zum Marktpreis erworben habe und dass der Marketingvertrag keine staatliche Beihilfe beinhalte und nicht als Beihilfemaßnahme bewertet werden müsse, die einer Luftverkehrsgesellschaft im Sinne der Luftverkehrsleitlinien von 2005 zugute komme.

Duitsland benadrukte dat de deelstaat door het sluiten van de overeenkomst voor marketingdiensten gewoon marketingdiensten had gekocht tegen de marktprijs en stelde dat de marketingovereenkomst geen staatssteun inhield en niet moest worden beoordeeld als een steunmaatregel ten gunste van een luchtvaartmaatschappij op grond van de richtsnoeren luchtvaartsteun van 2005.


Der Gerichtshof gelangt daher zu dem Ergebnis, dass Art. 16 Abs. 1 der Richtlinie 2004/38 so auszulegen ist, dass ein Unionsbürger, der im Hoheitsgebiet des Aufnahmemitgliedstaats eine Aufenthaltszeit von über fünf Jahren nur aufgrund des nationalen Rechts dieses Staates zurückgelegt hat, nicht so betrachtet werden kann, als habe er das Recht auf Daueraufenthalt erworben, wenn er während dieses Aufenthalts die in der Richtlinie aufgeführten Voraussetzungen nicht erfüllt ha ...[+++]

Het Hof komt dus tot de conclusie dat artikel 16, lid 1, van de richtlijn aldus moet worden uitgelegd dat een burger van de Unie die meer dan vijf jaar in het gastland heeft verbleven op de enkele grondslag van het nationale recht van dit laatste, niet kan worden geacht het duurzame verblijfsrecht te hebben verkregen, wanneer hij tijdens dit verblijf niet aan alle in de richtlijn gestelde voorwaarden heeft voldaan.


11 Zum zweiten Klagegrund eines Verstoßes gegen Artikel 7 Absatz 3 der Verordnung Nr. 40/94 hat das Gericht in den Randnummern 82 bis 89 des angefochtenen Urteils festgestellt, die Rechtsmittelführerin habe nicht nachgewiesen, dass die Anmeldemarke in der gesamten Gemeinschaft im Sinne dieser Bestimmung Unterscheidungskraft durch Benutzung erworben habe. Dazu hat das Gericht ausgeführt:

11 Aangaande het tweede middel, te weten schending van artikel 7, lid 3, van verordening nr. 40/94, heeft het Gerecht in de punten 82 tot en met 89 van het bestreden arrest geoordeeld dat rekwirante met name om de volgende redenen niet heeft aangetoond dat het aangevraagde merk in de gehele Gemeenschap onderscheidend vermogen door het gebruik heeft verkregen in de zin van deze bepaling:


7 Mit Entscheidung vom 19. Januar 2001 wies der Prüfer die Anmeldung mit der Begründung zurück, dass die angemeldete Marke keine Unterscheidungskraft im Sinne von Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung Nr. 40/94 habe und auch nicht Unterscheidungskraft durch Benutzung im Sinne von Artikel 7 Absatz 3 erworben habe.

7 Bij beslissing van 19 januari 2001 heeft de onderzoeker de aanvraag afgewezen op grond dat het aangevraagde merk elk onderscheidend vermogen mist in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 en geen onderscheidend vermogen door gebruik had verkregen in de zin van lid 3 van datzelfde artikel.


11 Zum zweiten Klagegrund eines Verstoßes gegen Artikel 7 Absatz 3 der Verordnung Nr. 40/94 hat das Gericht in den Randnummern 82 bis 89 des angefochtenen Urteils festgestellt, die Rechtsmittelführerin habe nicht nachgewiesen, dass die Anmeldemarke in der gesamten Gemeinschaft im Sinne dieser Bestimmung Unterscheidungskraft durch Benutzung erworben habe. Dazu hat das Gericht ausgeführt:

11 Aangaande het tweede middel, te weten schending van artikel 7, lid 3, van verordening nr. 40/94, heeft het Gerecht in de punten 82 tot en met 89 van het bestreden arrest geoordeeld dat rekwirante met name om de volgende redenen niet heeft aangetoond dat het aangevraagde merk in de gehele Gemeenschap onderscheidend vermogen door het gebruik heeft verkregen in de zin van deze bepaling:


7 Mit Entscheidung vom 19. Januar 2001 wies der Prüfer die Anmeldung mit der Begründung zurück, dass die angemeldete Marke keine Unterscheidungskraft im Sinne von Artikel 7 Absatz 1 Buchstabe b der Verordnung Nr. 40/94 habe und auch nicht Unterscheidungskraft durch Benutzung im Sinne von Artikel 7 Absatz 3 erworben habe.

7 Bij beslissing van 19 januari 2001 heeft de onderzoeker de aanvraag afgewezen op grond dat het aangevraagde merk elk onderscheidend vermogen mist in de zin van artikel 7, lid 1, sub b, van verordening nr. 40/94 en geen onderscheidend vermogen door gebruik had verkregen in de zin van lid 3 van datzelfde artikel.


Es sei nicht einzusehen, weshalb der Absolvent plötzlich den Vorteil des Absolvierens der Prüfung verlieren würde - wobei er per definitionem mehrere Jahre lang ein Amt als stellvertretender Richter ausgeübt habe und die Berufsausbildung für Magistrate belegt habe -, während der aktive Magistrat, der vor dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 18. Juli 1991 ernannt worden sei - aber keine berufliche Erfahrung erworben habe und nicht die Berufsausbildung bel ...[+++]

Men ziet niet in waarom de geslaagde plotseling het voordeel van geslaagd te zijn zou verliezen - die, per hypothese, gedurende jaren een ambt van plaatsvervangend rechter heeft uitgeoefend en de beroepsopleiding voor magistraten heeft gevolgd - terwijl de werkende magistraat die benoemd is vóór de inwerkingtreding van de wet van 18 juli 1991 - maar die geen beroepservaring heeft verworven noch de beroepsopleiding heeft gevolgd - zonder beperking in de tijd het voordeel van het vermoeden voor het examen te zijn geslaagd, zou behouden.


Mit dem Begriff « in Gründung befindliche Handelsgesellschaft » werde auf die Artikel 60 und 68 des Gesellschaftsgesetzbuches verwiesen, so dass eine Gesellschaft, die normalerweise Rechtspersönlichkeit besitze, diese Rechtspersönlichkeit jedoch noch nicht erworben habe, als eine in Gründung befindliche Gesellschaft zu betrachten sei; eine zivilrechtliche Gesellschaft, die zivilrechtliche Handlungen ausführe, nehme die Form einer Handelsgesellschaft an und unterliege gemäß dem Ministerrat der Anwendung von Artikel 5 Absatz 3 Nr. 2 des Strafgesetzbuches.

Met de term « handelsvennootschap in oprichting » zou worden verwezen naar de artikelen 60 en 68 van het Wetboek van vennootschappen, zodat als een vennootschap in oprichting dient te worden beschouwd, een vennootschap die normaliter rechtspersoonlijkheid heeft, maar die die rechtspersoonlijkheid nog niet zou hebben verworven; een burgerlijke vennootschap die burgerlijke daden stelt, neemt de vorm aan van een handelsvennootschap en valt, volgens de Ministerraad, onder de toepassing van artikel 5, derde lid, 2°, van het Strafwetboek.


w