Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "nicht beeinträchtigt indem " (Duits → Nederlands) :

Dieser Grundsatz wird nicht beeinträchtigt, indem mehrere Jahre nach der Verkündung der Strafe ein milderes Strafgesetz eingeführt wird.

Aan dat beginsel wordt geen afbreuk gedaan door verscheidene jaren na de uitspraak van de straf een mildere strafwet in te voeren.


Indem in Artikel 34 § 9 des Dekrets vom 4. April 2014 ausdrücklich festgelegt ist, dass jeder Interessehabende gegen die Behebungsentscheidung Beschwerde bei dem zuständigen Verwaltungsgericht einreichen kann, und also gegebenenfalls gegen die Behebungsentscheidung, in der die erforderliche Begründung vorgesehen ist, wird die formelle Begründungspflicht nicht beeinträchtigt.

Door in artikel 34, § 9, van het decreet van 4 april 2014 uitdrukkelijk te bepalen dat tegen de herstelbeslissing door elke belanghebbende beroep kan worden ingediend bij het bevoegde bestuursrechtscollege, en dus in voorkomend geval tegen de herstelbeslissing waarin in de vereiste motivering is voorzien, wordt geen afbreuk gedaan aan de formele motiveringsplicht.


Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet und R. Leysen, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten E. De Groot, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 26. März 2015 in Sachen der Stadt Antwerpen gegen die VoG « Cultureel Centrum Mehmet Akif », dessen Ausfertigung am 15. April 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Antwerpen, Abteilung Antwerpen, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 über ein Klagerecht im Bereich des Umweltschutzes in Verbindung mit Artikel 194 des Gemeindedekrets vom 15. ...[+++]

Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 26 maart 2015 in zake de stad Antwerpen tegen de vzw « Cultureel Centrum Mehmet Akif », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 april 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudic ...[+++]


Befragt wird der Gerichtshof zu Artikel 81 des Gesetzes vom 4. August 1996 über das Wohlbefinden der Arbeitnehmer bei der Ausführung ihrer Arbeit (nachstehend: Gesetz vom 4. August 1996), der zum Zeitpunkt der zur Last gelegten Taten bestimmte: « Unbeschadet der Bestimmungen der Artikel 82 bis 87 werden mit einer Gefängnisstrafe von acht Tagen bis zu einem Jahr und mit einer Geldstrafe von 50 bis 1.000 Euro oder mit nur einer dieser Strafen belegt: 1. der Arbeitgeber, seine Beauftragten oder Angestellten, die gegen die Bestimmungen des vorliegenden Gesetzes und seiner Ausführungserlasse verstoßen haben, 2. nicht zum Personal des Arbeitg ...[+++]

Het Hof wordt ondervraagd over artikel 81 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (hierna : wet van 4 augustus 1996), dat op het tijdstip van de ten laste gelegde feiten bepaalde : « Onverminderd de bepalingen van de artikelen 82 tot 87 worden gestraft met gevangenisstraf van acht dagen tot één jaar en met geldboete van 50 tot 1.000 euro of met één van die straffen alleen : 1° de werkgever, zijn lasthebbers of aangestelden die de bepalingen van deze wet of van de uitvoeringsbesluiten ervan hebben overtreden; 2° de personen die niet behoren tot het personeel van de werkgever ...[+++]


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 26. März 2015 in Sachen der Stadt Antwerpen gegen die VoG « Cultureel Centrum Mehmet Akif », dessen Ausfertigung am 15. April 2015 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Antwerpen, Abteilung Antwerpen, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 1 des Gesetzes vom 12. Januar 1993 über ein Klagerecht im Bereich des Umweltschutzes in Verbindung mit Artikel 194 des Gemeindedekrets vom 15. Juli 2005 gegen die Artikel 10 und 11 (Gleichheit und Nichtdiskriminierung) und Artik ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 26 maart 2015 in zake de stad Antwerpen tegen de vzw « Cultureel Centrum Mehmet Akif », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 15 april 2015, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt het artikel 1 van de wet van 12 januari 1993 betreffende een vorderingsrecht inzake de bescherming van het leefmilieu juncto het artikel 194 Gemeentedecreet van 15 juli 2005 de artikelen 10 en 11 (gelijkheid en niet-discriminatie) en het artikel 23 (recht op juridisch ...[+++]


Indem durch Artikel 50 Absatz 3 des Gesetzes vom 31. Januar 2009 grundsätzlich jede Maßnahme verboten wird, die die Rechte der außergewöhnlichen Aufschubgläubiger beeinträchtigt, vorbehaltlich des in B.10 erwähnten Aufschubs, bietet er dem Pfandgläubiger einen Schutz, der dem gewöhnlichen Aufschubgläubiger nicht geboten wird, und führt somit zu einem Behandlungsunterschied zwischen den zwei in B.9 beschriebenen Kategorien von Gläubigern.

Door elke maatregel die de rechten van de buitengewone schuldeisers in de opschorting aantast, andere dan de opschorting vermeld in B.10, in principe te verbieden, biedt artikel 50, derde lid, van de wet van 31 januari 2009 de pandhoudende schuldeiser een bescherming die de gewone schuldeiser in de opschorting niet geniet, en voert het hiermee een verschil in behandeling in tussen de twee in B.9 omschreven categorieën van schuldeisers.


Der Verfassungsgerichtshof, zusammengesetzt aus den Präsidenten A. Alen und J. Spreutels, und den Richtern E. De Groot, L. Lavrysen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers P.-Y. Dutilleux, unter dem Vorsitz des Präsidenten A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Urteil vom 8. Dezember 2014 in Sachen der « Untill » PGmbH gegen den belgischen Staat, dessen Ausfertigung am 23. Dezember 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Gericht erster Instanz Antwerpen, Abteilung Antwerpen, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 198 § 1 Nr. 10 des EStGB 1992 in Verbindung mit Artikel 307 § 1 Absatz ...[+++]

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters A. Alen en J. Spreutels, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, T. MerckxVan Goey, P. Nihoul en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij vonnis van 8 december 2014 in zake de bvba « Untill » tegen de Belgische Staat, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 23 december 2014, heeft de Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 198, § ...[+++]


Die Anzahl der in Verfahren verwendeten Tiere könnte verringert werden, indem mehrere Versuche an demselben Tier durchgeführt werden, sofern dies das wissenschaftliche Ziel nicht beeinträchtigt und das Wohlergehen der Tiere dadurch nicht verschlechtert wird.

Het aantal in procedures gebruikte dieren kan worden verminderd door dieren meer dan eens aan een procedure te onderwerpen, mits dit niet onverenigbaar is met het wetenschappelijke doel en geen kwalijke gevolgen heeft voor het dierenwelzijn.


2. Verstossen die Artikel 2 und 4 der Ordonnanz vom 22. Dezember 1994 bezüglich des Immobilienvorabzugs gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie dazu führen, dass die Einführung einer teilweise Befreiung vom Immobilienvorabzug die Finanzlage der Region Brüssel-Hauptstadt nicht beeinträchtigt, während diese Einführung die Finanzlage der anderen Regionen und Gemeinschaften sehr wohl beeinträchtigt?

2. Schenden de artikelen 2 en 4 van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat deze als gevolg hebben dat de invoering van een gedeeltelijke vrijstelling van de onroerende voorheffing geen negatieve financiële implicaties heeft voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, terwijl de invoering wel degelijk negatieve financiële implicaties heeft voor de andere Gewesten en Gemeenschappen ?


2. « Verstossen die Artikel 2 und 4 der Ordonnanz vom 22. Dezember 1994 bezüglich des Immobilienvorabzugs gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, indem sie dazu führen, dass die Einführung einer teilweise Befreiung vom Immobilienvorabzug die Finanzlage der Region Brüssel-Hauptstadt nicht beeinträchtigt, während diese Einführung die Finanzlage der anderen Regionen und Gemeinschaften sehr wohl beeinträchtigt?

2. « Schenden de artikelen 2 en 4 van de ordonnantie van 22 december 1994 betreffende de onroerende voorheffing de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat deze als gevolg hebben dat de invoering van een gedeeltelijke vrijstelling van de onroerende voorheffing geen negatieve financiële implicaties heeft voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, terwijl de invoering wel degelijk negatieve financiële implicaties heeft voor de andere Gewesten en Gemeenschappen ?


w