Traduction de «neuen lissabon-runde definiert » (Allemand → Néerlandais) :

24. betont, wie wichtig es ist, dass die Ziele der öffentlichen Finanzen, die nach den integrierten Leitlinien der neuen Lissabon-Runde definiert werden, auf kohärente und organische Art und Weise die Stabilitäts- und Konvergenzpläne mit den nationalen Reformplänen verknüpfen; bekundet seine Überzeugung, dass der Mehrwert gesunder und wachstumsorientierter öffentlicher europäischer Finanzen sich insbesondere im Euroraum in Form einer europäischen Politik der infrastrukturellen öffentlichen Investitionen zeigen muss, die auf der Grundlage gemeinsamer und einvernehmlich festgelegter Ziele definiert und koordiniert werden muss und die nicht nur aus den nationalen Haushalten und (teilweise) aus dem Haushalt der Europäischen Union finanziert werden kann, sondern auch mit Hilfe neuer europäischer Finanzinstrumente (wie Eurobond oder Europäischer Investitionsfonds), die darauf ausgerichtet sind, Wachstum, Produktivität und Wettbewerbsfähigkeit der Europäischen Union und des Euroraums im internationalen Umfeld zu unterstützen;
24. benadrukt het belang van overheidsbegrotingsdoelstellingen, gedefinieerd volgens de geïntegreerde richtlijnen van de nieuwe Lissabon-cyclus, waarin stabiliteits- en convergentieprogramma's op coherente en organische wijze zijn gekoppeld aan nationale hervormingsplannen; is ervan overtuigd dat de toegevoegde waarde van gezonde, op groei georiënteerde Europese openbare financiën – met name in de eurozone – vorm moet krijgen middels een Europese politiek van de investeringen in publieke infrastructuur, gedefinieerd en gecoördineerd op basis van gedeelde doelstellingen, investeringen die naast financiering uit nationale begrotingen en (deels) uit de begroting van de Unie ook kunnen worden gefinancierd met nieuwe Europese instrumenten (zoals Eurobond of het Europees Investeringsfonds) die zijn opgesteld ter bevordering van de groei, de productiviteit en het concurrentievermogen van de Europese Unie en de eurozone in een internationale context;

24. betont, wie wichtig es ist, dass die Ziele der öffentlichen Finanzen, die nach den integrierten Leitlinien der neuen Lissabon-Runde definiert werden, auf kohärente und organische Art und Weise die Stabilitäts- und Konvergenzpläne mit den nationalen Reformplänen verknüpfen; und bekundet seine Überzeugung, dass der Mehrwert gesunder und wachstumsorientierter öffentlicher europäischer Finanzen sich insbesondere in der Eurozone in Form einer europäischen Politik der infrastrukturellen öffentlichen Investitionen zeigen muss, die auf der Grundlage gemeinsamer und einvernehmlich festgelegter Ziele definiert und koordiniert werden muss und die nicht nur aus den nationalen Haushalten und (teilweise) aus dem Haushalt der Union finanziert werden kann, sondern auch mit Hilfe neuer europäischer Finanzinstrumente (wie Eurobond oder Europäischer Investitionsfonds), die darauf ausgerichtet sind, Wachstum, Produktivität und Wettbewerbsfähigkeit der Europäischen Union und der Eurozone im internationalen Umfeld zu unterstützen;
24. benadrukt het belang van begrotingsdoelstellingen, gedefinieerd volgens de richtlijnen van de nieuwe Lissabon-cyclus, waarin stabiliteits- en convergentieprogramma's op coherente en organische wijze zijn gekoppeld aan nationale hervormingsplannen, is ervan overtuigd dat de toegevoegde waarde van gezonde, op groei georiënteerde Europese openbare financiën – met name in de eurozone – vorm moet krijgen middels een Europese politiek van publieke investeringen in infrastructuur, gedefinieerd en gecoördineerd op basis van algemene en gedeelde doelstellingen, investeringen die naast financiering uit nationale begrotingen en (deels) uit de begroting van de Unie ook kunnen worden gefinancierd met nieuwe Europese instrumenten (zoals Eurobond of het Europees Investeringsfonds) die zijn opgesteld ter bevordering van de groei, de productiviteit en het concurrentievermogen van de Europese Unie en de eurozone in een internationale context;

Der Europäische Rat von Lissabon kam im Jahr 2000 zu dem Schluss, dass als zentrales Element der Reaktion Europas auf die Globalisierung und den Übergang zur wissensbasierten Wirtschaft ein europäischer Rahmen für die neuen Grundfertigkeiten definiert werden müsste.
In 2000 besloot de Europese Raad van Lissabon dat als kernonderdeel van Europa’s antwoord op de mondialisering en de overgang naar kenniseconomieën in een Europees kader moest worden bepaald welke nieuwe basisvaardigheden nodig zijn.

C. in der Erwägung, dass seit der Annahme seiner letzten Entschließung über die Grundzüge der Wirtschaftspolitik im Mai 2005 die folgenden neuen signifikanten Faktoren zu verzeichnen sind: Schwierigkeiten im Zusammenhang mit der Ratifizierung des Verfassungsvertrags; die Annahme der Finanziellen Vorausschau der Europäischen Union für den Zeitraum 2007-2013 durch den Europäischen Rat ohne Zustimmung des Parlaments; die ersten beiden Zinsanhebungen durch die EZB in über fünf Jahren; die Reform des Stabilitäts- und Wachstumspakts und der Umstand, dass zwölf Mitgliedstaaten Defizite von über 3 % aufweisen; die Annahme der NRP der Mitgliedstaaten zur Umsetzung der Strategie von Lissabon; eine gestiegene Sensibilität für den weltweiten Energieschock und die damit zusammenhängenden geopolitischen Spannungen; die Verhandlungen im Zusammenhang mit dem Wunsch Estlands, Litauens und Sloweniens, der Eurozone im Jahre 2007 beizutreten, und die Notwendigkeit einer Wiederbelebung der Prioritäten der Doha-Runde der Welthandelsorganisation nach der Verlangsamung der Verhandlungen in Hongkong,
C. overwegende dat sinds de aanneming van de laatste resolutie van het Parlement over de GREB's de volgende nieuwe significante factoren ten tonele zijn verschenen: problemen in verband met de ratificatie van het Verdrag over de grondwet; de aanneming door de Europese Raad van de financiële vooruitzichten van de EU voor de periode 2007-2013 zonder de goedkeuring van het Parlement; de eerste twee renteverhogingen door de ECB in meer dan 5 jaar; de hervorming van het Stabiliteits- en groeipact en het feit dat 12 lidstaten een tekort van meer dan 3% hebben; de aanneming van nationale hervormingsprogramma's van de lidstaten voor de omzetting van de strategie van Lissabon; een grotere bewustwording ten aanzien van de wereldwijde energieshock en de daarmee samenhangende geopolitieke spanningen; de onderhandelingen in verband met de wens van Estland, Litouwen en Slovenië om in 2007 toe te treden tot de eurozone, en het streven naar aanzwengeling van de prioriteiten van de Doha-WTO-handelsronde na de verminderde vaart in Hongkong,

C. in der Erwägung, dass seit der Annahme des letzten Berichts des Parlaments über die Grundzüge der Wirtschaftspolitik im Mai 2005 die folgenden neuen signifikanten Faktoren zu verzeichnen sind: Schwierigkeiten im Zusammenhang mit der Ratifizierung des Verfassungsvertrags; die Annahme der Finanziellen Vorausschau der EU für den Zeitraum 2007-2013 durch den Europäischen Rat ohne Zustimmung des Parlaments; die ersten beiden Zinsanhebungen durch die EZB in über fünf Jahren; die Reform des Stabilitäts- und Wachstumspakts und der Umstand, dass zwölf Mitgliedstaaten Defizite von über 3% aufweisen; die Annahme der nationalen Reformprogramme der Mitgliedstaaten zur Umsetzung der Strategie von Lissabon; eine gestiegene Sensibilität für den weltweiten Energieschock und die damit zusammenhängenden geopolitischen Spannungen; die Verhandlungen im Zusammenhang mit dem Wunsch Estlands, Litauens und Sloweniens, der Eurozone im Jahre 2007 beizutreten, und die Notwendigkeit einer Wiederbelebung der Prioritäten der Doha-Runde der WTO nach der Verlangsamung der Verhandlungen in Hongkong,
C. overwegende dat sinds de aanneming van het laatste verslag van het Parlement over de globale richtsnoeren voor het economisch beleid in mei 2005 (GREB's) de volgende nieuwe significante factoren ten tonele zijn verschenen: problemen in verband met de ratificatie van het Verdrag over de grondwet; de aanneming door de Europese Raad van de financiële vooruitzichten van de EU voor de periode 2007-2013 zonder de goedkeuring van het Parlement; de eerste twee renteverhogingen door de ECB in meer dan 5 jaar; de hervorming van het Stabiliteits- en groeipact en het feit dat 12 lidstaten een tekort van meer dan 3% hebben; de aanneming van nationale hervormingsprogramma's van de lidstaten voor de omzetting van de strategie van Lissabon; een grotere bewustwording ten aanzien van de wereldwijde energieshock en de daarmee samenhangende geopolitieke spanningen; de onderhandelingen in verband met de wens van Estland, Litouwen en Slovenië om in 2007 toe te treden tot de eurozone, en het streven naar een opleving van de Doha-handelsronde van de WTO in Hongkong,

Die weiteren Gruppenmitglieder sind: Herr Giuseppe AIROLDI I Für Berufsbildungsmaßnahmen zuständiger Vizepräsident der Universität Bocconi Ehemaliger Direktor, zuständig für Entwicklung und Humanressourcen, SDA-Bocconi Vorstandsmitglied verschiedener Forschungsinstitute Koordinator zahlreicher Forschungsprojekte über Unternehmensorganisation Frau Maria AMBROSIO P Professor an der Technischen Universität Lissabon Zahlreiche Arbeiten über die Beziehungen zwischen Berufsbildung und technologischer Innovation Sachverständige für die gemeinschaftlichen Berufsbildungsprogramme (Eurotecnet) Herr Wenceslas BAUDRILLARD F Leiter einer an den Elektronikkonzern Thomson angeschlossenen Ausbildungseinrichtung War im Kabinett des Premierministers für sozialpolitische Angelegenheiten zuständig Dr. Erhard BUSEK A Ehemaliger österreichischer Bundesminister für Unterricht Verantwortlich für die wichtigsten Reformen des österreichischen Unterrichtswesens Leitende Funtion am IDM-Institut Herr François CORNELIS B Direktor von Petrofina Verantwortlich für die Arbeiten der Industriellen-Runde zu Fragen der allgemeinen und beruflichen Bildung Experte für Humanressourcen-Management Herr Stig HAGSTROM S Kanzler des Swedish University and College System Vorsitzender der schwedischen Königlichen Akademie der Ingenieurwissenschaften Mitglied des Beratenden Forschungsausschusses der schwedischen Regierung Herr Ian JOHNSTON VK Vizekanzler der Universität Sheffield War im "Department of Employment zuständig für allgemeine Bildung und Berufsbildung Frau Kerstin THOURSIE S Arbeitsmarkt-Expertin Frau Hélene LUND DK Verantwortliche Position auf Gemeindeebene in Dänemark Expertin für Ausbildungsfragen Zahlreiche Arbeiten über die Erwachsenenbildung für den Europarat Frau Beatriz MUNOZ-SECA ES Professorin an der Universität Madrid Expertin für Humanressourcen Sachverständigenarbeit für die Kommission über die Berufsbildung in den KMU (FORCE) Frau Britta NAUMANN D Expertin für Arbeitsbeziehungen und Kolle ...
De overige leden van de groep zijn: De heer Giuseppe AIROLDI I Vice-voorzitter voor opleidingsactiviteiten van de Universiteit van Bocconi Voormalig Directeur ontwikkeling en menselijk kapitaal van SDA-Bocconi Lid van de Raad van Bestuur van onderzoeksinstituten Mevrouw Maria AMBROSIO P Hoogleraar, Technische Universiteit van Lissabon Talrijke werken over verbanden tussen opleiding en technologische innovering Deskundige voor communautaire opleidingsprogramma's (EUROTECNET) De heer Wenceslas F Leider van een opleidingsinstantie die BAUDRILLARD relaties onderhoudt met een grote industriële groep uit de elektronische sector (Thomson) Voorheen verantwoordelijk voor het sociaal beleid in het kabinet van de Eerste minister De heer Erhard BUSEK A Voormalig minister van Onderwijs van Oostenrijk Verantwoordelijk voor de belangrijkste hervormingen van het Oostenrijks onderwijsstelsel Leider van het instituut IDM De heer François CORNELIS B Directeur van Petrofina Leider werkzaamheden van de Ronde Tafel van industriëlen over onderwijs en opleiding Specialist personeelsbeheer De heer Stig HAGSTROM SUE Kanselier, "Swedish University and College System" Voorzitter Koninklijke Zweedse Academie van Ingenieurswetenschappen Lid van het "Research Advisory Board" van de Zweedse regering De heer Ian JOHNSTON VK Vice-Kanselier, Universiteit van Sheffield Voormalig verantwoordelijke voor onderwijs en opleiding van het ministerie van Werkgelegenheid Mevrouw Kerstin THOURSIE SUE Deskundige arbeidsmarktvraagstukken Mevrouw helene LUND DK Verantwoordelijke op Deens gemeenten-niveau Specialiste relaties tussen onderwijs en landstreken Talrijke werkzaamheden voor de Raad van Europa over volwassenenonderwijs Mevrouw Beatriz ES Hoogleraar, Universiteit van Madrid MUNOZ-SECA deskundige economie van het menselijk kapitaal Expertisewerkzaamheden voor de Commissie inzake opleiding in de KMO's (FORCE) Mevrouw Britta NAUMANN D Deskundige voor arbeidsverhoudingen en collectieve onderhandeling Lid van h ...