3. Die Mitgliedstaaten sorgen dafür, dass die dieser Richtlinie unterliegenden Institute und Personen nicht nur von all ihren neuen Kunden die Bekanntgabe ihrer Identität verlangen, sondern erforderlichenfalls auch von ihrer bestehenden Kundschaft, deren Daten nach Inkrafttreten dieser Richtlinie beschafft wurden, zwecks Bewertung der Risiken.
3. De lidstaten schrijven voor dat de onder deze richtlijn vallende instellingen en personen de “ken-uw-cliënt”-procedures niet alleen op alle nieuwe cliënten moeten toepassen, maar te gepasten tijde ook op bestaande cliënten wier gegevens zijn verkregen na inwerkingtreding van deze richtlijn naar gelang van de risicogevoeligheid van deze cliënten.