(26) Im Sinne der Rechtsprechung des Gerichtshofs muss bestätigt werden, dass ein Unionsbürger oder einer seiner Familienangehörigen, der ausgewiesen wurde, nach einem angemessenen Zeitraum, spätestens aber nach zwei Jahren, einen neuen Antrag stellen kann.
(26) In aansluiting op de rechtspraak van het Hof van Justitie dient het recht van de burger van de Unie of een familielid die het voorwerp van een verwijderingsmaatregel hebben uitgemaakt, te worden bevestigd, na een redelijke termijn en uiterlijk na twee jaar een nieuw verzoek te mogen indienen.