« Verstossen die Artikel 193, 196 und 197 des Strafgesetzbuches, Artikel 73bis des Mehrwertsteuergesetzbuches und Artikel 450 des Einkommensteuergesetzbuches sowie die Artikel 21, 22 und 23 des einleitenden Titels des Strafprozessgesetzbuches gegen das in den Artikeln 12 und 14 der Verfassung sowie in Artikel 7 der Europäischen Menschenrechtskonvention verankerte Legalitätsprinzip, dahingehend ausgelegt, da
ss die Straftat der Verwendung falscher Urkunden als eine Dauerst
raftat qualifiziert wird, indem die Verwendung weiterhin andauert
...[+++], sogar ohne dass der Täter eine neue Straftat begeht und ohne dass er wiederholt tätig geworden ist, solange das von ihm verfolgte Ziel nicht erreicht ist und solange die ihm vorgeworfene anfängliche Handlung ohne Einspruch seinerseits die von ihm erwartete zweckdienliche Folge nach sich zieht?« Schenden de artikelen 193, 196 en 197 Sw, 73bis BTW en 450 WIB en de artikelen 21, 22 en 23 V. T.Sv. het grondwettelijke legaliteitsbeginsel zoals verwoord in de artikelen 12 en 14 van de Grondwet en artikel 7 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens inzoverre zij worden geïnterpreteerd in die zin dat het misdrijf van gebrui
k van valse stukken wordt gekwalificeerd als een voortdurend misdrijf doordat het gebruik blijft voortdur
en zelfs zonder een nieuw feit van de dader en zonder zijn herhaald optreden, zolang het door h
...[+++]em beoogde doel niet is bereikt en zolang de hem verweten beginhandeling, zonder verzet van zijn kant, het nuttig gevolg heeft dat hij ervan verwachtte ?