6. hebt hervor, dass seitens der Europäischen Union und aller multilateralen Sicherheitsorganisationen in Europa, insbesondere der OSZE und des deutschen OSZE-Vorsitzes, weiterhin Augenmerk auf die Konflikte in der Östlichen Partnerschaft gelegt werden muss; fordert den Europäischen Auswärtigen Dienst (EAD), den Rat und die Mitgliedstaaten auf, mehr Aktivität an den Tag zu legen und Gebrauch von sämtlichen diplomatischen und politischen Verfahren zu machen, die für den Umgang mit derlei Konflikten geschaffen wurden; wei
st darauf hin, dass neue Formate ins Auge gefasst werden sollten, falls sich
...[+++] bestimmte diplomatische Krisenbewältigungsverfahren trotz jahrelanger Bemühungen als wirkungslos herausstellen; weist erneut darauf hin, dass die EU auf internationaler Ebene ihren Einfluss am stärksten geltend machen kann, wenn sie geschlossen auftritt; 6. benadrukt dat de Europese Unie en alle multilaterale veiligheidsorganisaties in Europa, met name de OVSE en het Duitse OVSE-voorzitterschap, politieke aandacht moeten blijven besteden aan de conflicten in het oostelijk nabuurschap; verzoekt de EDEO, de Raad en de lidstaten zich proactiever op te stellen en gebruik te maken van alle diplomatieke en politieke mechanismen die zijn ingesteld om deze conflicten aan te pakk
en; wijst erop dat nieuwe vormen moeten worden overwogen wanneer een specifiek diplomatiek geschillenbeslechtingsmechanisme ondanks meerdere jaren van inspanning geen resultaten oplevert; herinnert eraan dat de EU het
...[+++]krachtigst kan optreden op het wereldtoneel wanneer zij verenigd is; 
