9. ist beunruhigt über mangelnde Ergebnisse des europäischen sozialen Dialogs und wünscht, dass die Sozialpartner, insbesondere die Arbeitgeber, aktiver an der Verwirklichung der festgesetzten Ziele mitarbeiten; u.a. in Bezug auf Bildung und lebenslanges Lernen, Arbeitsorganisation und Anpassung an neue Arbeitsformen, Notwendigkeit der Vereinbarkeit von Arbeit und Privatleben; ist jedoch der Auffassung, dass die Kommission legislative Instrumente immer dann vorlegen sollte, wenn die Verhandlungen nicht in einer annehmbaren Frist abgeschlossen werden;
9. is verontrust over het gebrek aan resultaten van de Europese sociale dialoog en spreekt de wens uit dat de sociale gesprekspartners en met name de werkgevers actiever aan de verwezenlijking van de doelstellingen zullen meewerken, o.a. met betrekking tot opleiding en levenslang leren, de organisatie van de arbeid en de aanpassing aan de nieuwe werkvormen, alsmede de combinatie van arbeid en privé-leven; maar is tevens van oordeel dat de Commissie extra werk moet maken van het ingezette wetgevingsinstrumentarium wanneer de onderhandelingen niet binnen een redelijke termijn worden afgerond;
