41. verweist darauf, dass die Zivilgesellschaft, die Sozialpartner und die zahlreichen, im Rahmen der Partnerschaft Europa-Mittelmeer entstandenen professionellen und sozioprofessionellen Netze regelmäßig konsultiert und in die Aktivitäten und Projekte der UfM einbezogen werden müssen; und befürwortet
41. dringt er op aan dat het maatschappelijk middenveld, de sociale partners en de talrijke netwerken van maatschappelijke- en beroepsorganisaties die in het kader van het Euromediterrane partnerschap zijn ontwikkeld geregeld geraadpleegd en betrokken worden bij de activiteiten en projecten van de Unie voor het Middellandse-Zeegebied; zegt zijn steun toe aan: