8. weist darauf hin, dass Länder, die nicht über die zur Aufstellung ihrer nationalen Beiträge notwendigen Kapazitäten verfügen, Förderprogramme wie die Globale Umweltfazilität, das Entwicklungsprogramm der Vereinten Nationen oder die Globale Allianz gegen den Klimawandel sowie europäische Hilfe in Anspruch nehmen können;
8. wijst erop dat landen die niet de nodige capaciteit hebben om hun nationale bijdrage op te stellen, gebruik kunnen maken van steunmechanismen zoals het Wereldmilieufonds, het Ontwikkelingsprogramma van de VN en het Wereldwijd bondgenootschap tegen klimaatverandering, alsmede van EU-steun;