Der Staatsrat stellt sich die Frage nach der Vereinbarkeit dieser Bestimmung mit Artikel 5 § 1 I Nr. 2 des Sondergesetzes vom 8. August 1980, der den Gemeinschaften die Zuständigkeit erteilt, « die Gesundheitserziehung sowie die Aktivitäten und Dienstleistungen auf dem Gebiet der vorbeugenden Medizin, mit Ausnahme von nationalen prophylaktischen Massnahmen » zu regeln.
De Raad van State vraagt zich af of die bepaling verenigbaar is met artikel 5, § 1, I, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980, dat aan de gemeenschappen de bevoegdheid toewijst om « de gezondheidsopvoeding alsook de activiteiten en diensten op het vlak van de preventieve gezondheidszorg, met uitzondering van de nationale maatregelen inzake profylaxis » te regelen.