Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "nationalen regelung entgegen " (Duits → Nederlands) :

Art. 2 Abs. 2 Buchst. b Ziff. i der Richtlinie 2000/78/EG des Rates vom 27. November 2000 zur Festlegung eines allgemeinen Rahmens für die Verwirklichung der Gleichbehandlung in Beschäftigung und Beruf steht einer nationalen Regelung entgegen, nach der ein Arbeitgeber einen Arbeitnehmer aufgrund gerechtfertigter, aber wiederkehrender Abwesenheiten vom Arbeitsplatz auch dann entlassen darf, wenn die Fehlzeiten die Folge von Krankheiten sind, die auf eine Behinderung des Arbeitnehmers zurückzuführen sind, es sei denn, diese Regelung geht unter Verfolgung des legitimen Ziels der Bekämpfung von Absentismus nicht über das zu dessen Erreichun ...[+++]

Artikel 2, lid 2, onder b), i), van richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep, moet aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale wettelijke bepaling op grond waarvan een werkgever een werknemer kan ontslaan wegens periodieke — zelfs gerechtvaardigde — afwezigheden op zijn werk, wanneer die afwezigheden worden veroorzaakt door ziekten die toe te schrijven zijn aan de handicap van de werknemer, behalve indien die regeling het legit ...[+++]


Stehen die Art. 49 AEUV und [56 AEUV] einer nationalen Regelung entgegen, die praktisch jede grenzüberschreitende Tätigkeit im Glücksspielsektor — ungeachtet der Art und Weise ihrer Durchführung und insbesondere (nach den Feststellungen im Urteil der Zweiten Kammer des Gerichtshofs vom 12. September 2013, Biasci u. a., C-660/11 und C-8/12) in Fällen, in denen die im Staatsgebiet ansässigen Vertreter des Unternehmens zu ordnungspolizeilichen Zwecken einer physischen Kontrolle unterzogen werden — unterbindet.

Verzetten de artikelen 49 en [56 VWEU] zich tegen een nationale wettelijke regeling die elke grensoverschrijdende activiteit in de kansspelsector feitelijk verhindert, ongeacht de vorm waarin die activiteit wordt verricht en meer bepaald (volgens de vaststellingen in het arrest Biasci CGE, Derde kamer, 12 september 2013 [C-660/11]) in gevallen waarin bij de tussenpersonen van de onderneming die zich op het nationale grondgebied bevinden, een fysieke controle worden verricht met het oog op de openbare veiligheid?


Steht die Richtlinie 97/67/EG (1) des Europäischen Parlaments und des Rates vom 15. Dezember 1997 über gemeinsame Vorschriften für die Entwicklung des Binnenmarktes der Postdienste der Gemeinschaft und die Verbesserung der Dienstequalität, in der Fassung der Richtlinie 2008/6/EG (2) des Europäischen Parlaments und des Rates vom 20. Februar 2008, insbesondere deren Art 9, einer nationalen Regelung entgegen, wonach Postdiensteanbieter unabhängig davon zur Mitfinanzierung der betrieblichen Aufwendungen der nationalen Regulierungsbehörde verpflichtet sind, ob sie Universaldienstleistungen erbringen?

Staat richtlijn 97/67/EG (1) van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 1997 betreffende gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst, zoals gewijzigd bij richtlijn 2008/6/EG (2) van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008, in het bijzonder artikel 9 daarvan, in de weg aan een nationale bepaling, op grond waarvan leveranciers van postdiensten verplicht zijn bij te dragen aan de financiering van de bedri ...[+++]


Stehen die in den Art. 49, 56 und 106 AEUV niedergelegten Grundsätze der Niederlassungsfreiheit, der Nichtdiskriminierung und des Schutzes des Wettbewerbs sowie das darin enthaltene Vernunftprinzip einer nationalen Regelung entgegen, die durch aufeinander folgende gesetzgeberische Eingriffe die wiederholte Verlängerung der Frist für den Ablauf von Konzessionen über bestimmte wirtschaftlich bedeutende Güter der im öffentlichen Eigentum stehenden Küsten-, See- und Flussgebiete verfügt, deren Laufzeit per Gesetz um mindestens elf Jahre erhöht wird, wodurch demselben Konzessionär das ausschließliche Recht zur wirtschaftlichen Nutzung des Gut ...[+++]

Staan de in de artikelen 49 VWEU, 56 VWEU en 106 VWEU neergelegde beginselen van vrijheid van vestiging, non-discriminatie en bescherming van de mededinging en het in deze beginselen besloten liggende redelijkheidsbeginsel in de weg aan een nationale regeling die via achtereenvolgende wetgevende maatregelen de termijn waarop concessies voor aan de overheid toebehorende, op of aan zee, meren of rivieren gelegen goederen van economisch belang aflopen, herhaaldelijk en met ten minste elf jaar verlengt, waardoor het recht van exploitatie voor economische doel ...[+++]


43. Ferner steht nach ständiger Rechtsprechung des Gerichtshofs Art. 56 AEUV jeder nationalen Regelung entgegen, die geeignet ist, die Tätigkeiten eines Dienstleistenden, der in einem anderen Mitgliedstaat niedergelassen ist und dort rechtmäßig ähnliche Dienstleistungen erbringt, zu unterbinden oder zu behindern (vgl. Urteil vom 5. Juli 2007, Kommission/Belgien, C-522/04, Slg. 2007, I-5701, Randnr. 38).

43. Verder blijkt uit vaste rechtspraak van het Hof dat artikel 56 VWEU met name in de weg staat aan een nationale regeling die ertoe leidt dat de werkzaamheden van een dienstverrichter die in een andere lidstaat is gevestigd en aldaar rechtmatig soortgelijke diensten verricht, worden verboden of meer belemmerd (zie arrest van 5 juli 2007, Commissie/België, C-522/04, Jurispr. blz. I-5701, punt 38).


Steht die mit der Richtlinie 1999/70 durchgeführte Rahmenvereinbarung, insbesondere Paragraf 3 Nr. 1, einer nationalen Regelung entgegen, die die Angabe einer „Dauer“ des Vertrags und nicht des „Endes“ vorsieht (Art. 332 cod. nav.), und ist die Festlegung einer Dauer des Vertrags mit der Angabe eines Endzeitpunkts, von dem sicher ist, dass er eintritt (höchstens 78 Tage), aber nicht, wann er eintritt, mit der genannten Richtlinie vereinbar?

Verzet de raamovereenkomst waaraan richtlijn 1999/70/EG uitvoering heeft gegeven, met name clausule 3, punt 1, zich tegen een nationale regeling (artikel 332 Codice della navigazione) die de „duur” van een overeenkomst bepaalt en niet het „einde”, en is de bepaling van een duur van de overeenkomst met een termijn waarvan zeker is dat hij zal intreden („maximaal 78 dagen”) maar niet zeker wanneer, verenigbaar met deze richtlijn?


Artikel 18 des EG-Vertrags und Artikel 27 der Richtlinie 2004/38/EG stehen einer nationalen Regelung nicht entgegen, nach der das Recht eines Staatsangehörigen eines Mitgliedstaats, sich in das Hoheitsgebiet eines anderen Mitgliedstaats zu begeben, insbesondere deshalb beschränkt werden darf, weil er zuvor von dort wegen "unbefugten Aufenthalts" zurückgeführt wurde, sofern zum einen das persönliche Verhalten dieses Staatsangehörigen eine tatsächliche, gegenwärtige und erhebliche Gefahr darstellt, die ein Grundinteresse der Gesellschaft berührt, und zum anderen die vorgesehene beschränkende Maßnahme geeignet ist, die ...[+++]

hoewel artikel 18 van het EG-Verdrag en artikel 27 van Richtlijn 2004/38/EG niet in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling die het mogelijk maakt, het recht van een burger van een lidstaat om naar een andere lidstaat te reizen, te beperken, met name op grond dat hij daaruit eerder is uitgezet wegens "illegaal verblijf", is dit alleen toegestaan op voorwaarde dat het persoonlijk gedrag van die burger een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging vormt die een fundamenteel belang van de samenl ...[+++]


Artikel 18 des EG-Vertrags und Artikel 27 der Richtlinie 2004/38/EG stehen einer nationalen Regelung nicht entgegen, nach der das Recht eines Staatsangehörigen eines Mitgliedstaats, sich in das Hoheitsgebiet eines anderen Mitgliedstaats zu begeben, insbesondere deshalb beschränkt werden darf, weil er zuvor von dort wegen "unbefugten Aufenthalts" zurückgeführt wurde, sofern zum einen das persönliche Verhalten dieses Staatsangehörigen eine tatsächliche, gegenwärtige und erhebliche Gefahr darstellt, die ein Grundinteresse der Gesellschaft berührt, und zum anderen die vorgesehene beschränkende Maßnahme geeignet ist, die ...[+++]

hoewel artikel 18 van het EG-Verdrag en artikel 27 van Richtlijn 2004/38/EG niet in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling die het mogelijk maakt, het recht van een burger van een lidstaat om naar een andere lidstaat te reizen, te beperken, met name op grond dat hij daaruit eerder is uitgezet wegens "illegaal verblijf", is dit alleen toegestaan op voorwaarde dat het persoonlijk gedrag van die burger een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging vormt die een fundamenteel belang van de samenl ...[+++]


– Artikel 18 EG-Vertrag und Artikel 27 der Richtlinie 2004/38/EG stehen einer nationalen Regelung nicht entgegen, nach der das Recht eines Staatsangehörigen eines Mitgliedstaats, sich in das Hoheitsgebiet eines anderen Mitgliedstaats zu begeben, insbesondere deshalb beschränkt werden darf, weil er zuvor von dort wegen „unbefugten Aufenthalts“ zurückgeführt wurde, sofern zum einen das persönliche Verhalten dieses Staatsangehörigen eine tatsächliche, gegenwärtige und erhebliche Gefahr darstellt, die ein Grundinteresse der Gesellschaft berührt, und zum anderen die vorgesehene beschränkende Maßnahme geeignet ist, die Err ...[+++]

– hoewel artikel 18 van het EG-Verdrag en artikel 27 van Richtlijn 2004/38/EG niet in de weg staan aan een nationale wettelijke regeling die het mogelijk maakt, het recht van een burger van een lidstaat om naar een andere lidstaat te reizen, te beperken, met name op grond dat hij daaruit eerder is uitgezet wegens ‘illegaal verblijf’, is dit alleen toegestaan op voorwaarde dat het persoonlijk gedrag van die burger een werkelijke, actuele en voldoende ernstige bedreiging vormt die een fundamenteel belang van de same ...[+++]


Bekanntlich hat der EuGH in der Rechtssache C-450/93 mit Urteil vom 17. Oktober 1995 (Kalanke) für Recht erkannt, daß Artikel 2 Abs. 1 und 4 der Richtlinie 76/207 einer nationalen Regelung entgegen steht, nach der, bei gleicher Qualifikation von Bewerbern unterschiedlichen Geschlechts um eine Beförderung in Bereichen, in denen die Frauen unterrepräsentiert sind, den weiblichen Bewerbern automatisch der Vorrang eingeräumt wird.

Zoals bekend heeft het Hof in zaak C-450/93 in zijn uitspraak van 17 oktober 1997 (Kalanke) de uitspraak gedaan dat artikel 2, leden 1 en 4 van richtlijn 76/207 indruist tegen een nationale regeling op grond waarvan bij gelijke geschiktheid van sollicitanten van verschillend geslacht bij een bevordering naar afdelingen waar vrouwen ondervertegenwoordigd zijn automatisch voorrang wordt verleend aan de vrouwelijke sollicitanten.


w