(3) Die zuständige Behörde genehmigt die gemäß Absatz 2 vorgelegten Bekämpfungsprogramme nur, wenn sie sich durch einen Kontrollbesuch vergewissert hat, dass diese Programme den Mindestanforderungen gemäß Anhang II (soweit diese anwendbar sind) und der Zielsetzung des einschlägigen nationalen Bekämpfungsprogramms genügen.
3. De bevoegde autoriteit keurt de op grond van artikel 2 ingediende bestrijdingsprogramma's alleen goed indien zij er, na een inspectiebezoek, van overtuigd is dat de bestrijdingsprogramma's voldoen aan de minimumeisen die zijn vastgelegd in bijlage II, voorzover deze eisen van toepassing zijn, en in overeenstemming zijn met de doelstellingen van de relevante nationale bestrijdingsprogramma's.