(2) Jeder Mitgliedstaat erteilt für jeden Bestand oder jede Bestandsgruppe, für die Fangmöglichkeiten gemäß Artikel 16 zugeteilt werden, nach transparenten Kriterien übertragbare Fischereibefugnisse, mit Ausnahme der Fangmöglichkeiten, die im Rahmen nachhaltiger Fischereiabkommen eingeräumt werden.
2. Elke lidstaat wijst op basis van transparante criteria overdraagbare visserijconcessies toe voor elk bestand of elke groep bestanden waarvoor overeenkomstig artikel 16 vangstmogelijkheden zijn toegewezen, behalve wanneer het vangstmogelijkheden betreft die zijn verkregen in het kader van duurzamevisserijovereenkomsten.